Dit wetsvoorstel strekt ertoe om in de Zaaizaad- en Plantgoedwet een algemene basis op te nemen om in het belang van een goede uitvoering van de wet bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) nadere regels te kunnen stellen over de in de wet geregelde onderwerpen.
Voor zover uit hoofde van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie een regeling van de in de wet geregelde onderwerpen noodzakelijk is, wordt voorgesteld deze regeling bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te doen plaatsvinden.
Zo kan op flexibele wijze een nadere invulling gegeven worden aan de in de wet geregelde onderwerpen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 20 juni 2002 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 februari 2003 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
12 oktober 2001titel
Wijziging van de Zaaizaad- en Plantgoedwet in verband met een flexibele implementatie van internationale en Europese regelgevingschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
De concrete aanleiding voor een wetswijziging op dit moment vormt de noodzaak om uiterlijk vóór 1 januari 2003 regels vast te stellen ter implementatie van richtlijn nr. 99/105/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PbEG 2000 L11).
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
20 juni 2002
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2001/2002, nr. 85: blz. 5021