Op 15 juni 1999 interpelleerde de heer Schuurman minister-president Kok over de rol van de Eerste Kamer bij de kabinetscrisis na de 'Nacht van Wiegel'.
Tijdens deze nacht verwierp de Eerste Kamer in tweede lezing het voorstel tot wijziging van de Grondwet voor de invoering van een correctief referendum (26.156).
De bewindslieden van D66 stelden vervolgens hun portefeuille ter beschikking. Na speciaal kabinetsberaad heeft vervolgens het gehele kabinet aan de Koningin zijn ontslag aangeboden.
Tijdens het interpellatiedebat werd een motie door Schuurman ingediend. Naar aanleiding van de crisis werd gesuggereerd om de regeringsfracties in de Eerste Kamer te binden aan de afspraken uit het regeerakkoord.
De motie noemt deze binding ongewenst. De motie werd later ingetrokken, omdat de woordvoerders van alle fracties in hun bijdragen deze stelling ondersteunden.
4
-
29 juni 1999
Interpellatie-Schuurman (RPF/GPV); stemming motie-Schuurman Handelingen EK 1998/1999, nr. 36: blz. 1549 -
15 juni 1999
Interpellatie-Schuurman (RPF/GPV); interpellatievragen (zie noot 2) Handelingen EK 1998/1999, nr. 35: blz. 1545-1548 -
15 juni 1999
Interpellatie-Schuurman (RPF/GPV); interpellatie-Schuurman Handelingen EK 1998/1999, nr. 35: blz. 1530-1542 -
8 juni 1999
Interpellatie-Schuurman (RPF/GPV); verzoek tot interpellatie Handelingen EK 1998/1999, nr. 34: blz. 1525-1527