De nieuwe Mijnbouwwet vervangt de laatste nog geldende Franstalige wet in Nederland. Het beoogt één overzichtelijk en helder kader te bieden voor een verantwoorde en doelmatige mijnbouw.
Tot op heden werd gewerkt met vier wetten, te weten de Mijnwet 1810, de Mijnwet 1903, de Wet opsporing delfstoffen en de Mijnwet continentaal plat. De nieuwe wet tracht deze wetten te integreren tot één Mijnbouwwet, geldend voor zowel het land als voor het continentaal plat.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 april 2002 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 oktober 2002 zonder stemming aangenomen.
ingediend
23 september 1998titel
Regels met betrekking tot het onderzoek naar en het winnen van delfstoffen en met betrekking tot met de mijnbouw verwante activiteiten (Mijnbouwwet)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
15
-
-
-
29 oktober 2002
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2002/2003, nr. 4: blz. 93-98 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9 april 2002
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2001/2002, nr. 65: blz. 4373-4376 -
27 maart 2002
voortzetting behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 61: blz. 4156-4184 -
26 maart 2002
behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 60: blz. 4090-4108