Dit wetsvoorstel wijzigt de regels betreffende de verwerking van justitiële gegevens.
De wijziging is noodzakelijk in verband met het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking de geautomatiseerde verwerking van justitiële- en persoonsgegevens. In verband met het groot aantal voorgestelde wijzigingen is een nieuwe wet opgesteld in plaats van de oude wet te herzien.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 april 2002 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 november 2002 zonder stemming aangenomen. D66, GroenLinks en PvdA werd daarbij aantekening verleend.
ingediend
3 juli 1996titel
Wijziging van de regels betreffende de verwerking van justitiële gegevens en het stellen van regels met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in persoonsdossiers (Wet justitiële gegevens)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
10
-
27 april 2004
brief van de minister van Justitie inzake de competentie van de bestuursrechter in zaken betreffende de verklaring omtrent het gedrag EK, A
voor kennisgeving aangenomen op 18 mei 2004 -
-
-
5 november 2002
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen, aantekening: D66, GroenLinks en PvdA) Handelingen EK 2002/2003, nr. 5: blz. 107-119 -
-
-
-
9 april 2002
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2001/2002, nr. 65: blz. 4378 -
-
4 april 2002
behandeling Handelingen TK 2001/2002, nr. 64: blz. 4309-4311