Dit voorstel wijzigt de Mededingingswet en strekt ertoe te voorzien in de mogelijkheid dat, als een EG-verordening het verbod van artikel 81, eerste lid, van het EG-Verdrag buiten toepassing verklaart, maar tevens bepaalt dat de bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie dat verbod in een individueel geval weer van toepassing kan verklaren, de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) die bevoegdheid uitoefent.
Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wetswijziging het voorstel tot wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van het bestuursorgaan van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan (27.639) tot wet is verheven en in werking is getreden, krijgt de raad van bestuur van de NMa de intrekkingsbevoegdheid.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 3 februari 2004 door de Minister van Economische Zaken ingetrokken. Door de implementatie van EG-verordening 1/2003 (29.276) is deze wijziging van de Mededingingswet overbodig geworden.
ingediend
22 juli 2002titel
Wijziging van de Mededingingswet (toekennen van de bevoegdheid een EG-vrijstelling in te trekken)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
0
Er zijn geen documenten gevonden.