Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie in de Elektriciteitswet 1998 van richtlijn 2001/77/EG van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt (PbEG L 283).
De richtlijn beoogt de productie en het verbruik van duurzame elektriciteit te stimuleren; de uiterste implementatiedatum is 27 oktober 2003.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 9 oktober 2003 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 november 2003 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
6 februari 2003titel
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de bevordering van de opwekking van duurzame elektriciteitschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
Het wetsvoorstel zet de richtlijn waar noodzakelijk om in Nederlandse regelgeving. Deze omzetting betreft met name artikel 5, het artikel dat betrekking heeft op de garanties van oorsprong, alsmede een onderdeel van artikel 7, met betrekking tot aansluiting van producenten op het elektriciteitsnet.
De meeste artikelen uit de richtlijn behoeven echter naar hun aard geen implementatie in regelgeving.
7
-
-
-
-
-
-
-
9 oktober 2003
stemming (met algemene stemmen aangenomen ) Handelingen TK 2003/2004, nr. 12: blz. 655-656