Dit voorstel van wet geeft uitvoering aan de beleidsconclusies die het kabinet heeft verbonden aan de tweede evaluatie van de Meststoffenwet (TK 28.385 nr. 1). De conclusies met betrekking tot de verliesnormen van fosfaten en nitraten aan het milieu als gevolg van dierlijke bemesting zijn de belangrijkste aanleiding voor dit wetsvoorstel. De thans in de wet voor 2003 en daarop volgende jaren voorziene verliesnormen worden op onderdelen aangepast. Deze aanpassingen zullen, indien het wetsvoorstel tot wet zal zijn verheven, in werking treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2003.
Het wetsvoorstel bevat tevens twee voorzieningen om onvolkomenheden in het stelsel van regulerende mineralenheffingen en het stelsel van mestafzetovereenkomsten weg te nemen en enkele voorzieningen om de regeldruk en de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 17 februari 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, Groep Lazrak, D66. VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en LPF stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 19 april 2004 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen. De fractie van de SP is daarbij aantekening verleend.
ingediend
20 juni 2003titel
Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de evaluatie 2002schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
De artikelen treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en waarbij kan worden bepaald dat artikel I, onderdelen A, B, C en G, in werking treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2003
2