29.523

Wet bestuurlijke boete arbeid vreemdelingen



Dit wetsvoorstel voert de bestuurlijke boete in als nieuw instrument om sneller en efficiënter werkgevers aan te pakken die vreemdelingen illegaal te werk stellen. Redenen voor deze hardere aanpak zijn onder meer concurrentievervalsing, verdringing legale arbeidsaanbod, uitbuiting van werknemers en het uitzettingsbeleid van illegalen.

De wet maakt een verschil tussen de hoogte van de boete bij een natuurlijk persoon en een rechtspersoon. Bij een natuurlijk persoon bedraagt de boete ten hoogste 11250 euro, bij een rechtspersoon ten hoogste 45000 euro. Deze bedragen zijn aanzienlijk hoger dan de huidige strafrechtelijke boetes.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 29 juni 2004 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 november 2004 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

20 april 2004

titel

Wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met invoering van bestuursrechtelijke handhaving (Wet bestuurlijke boete arbeid vreemdelingen)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet


Hoofdlijnen

Een hardere aanpak van illegale tewerkstelling is wenselijk om een aantal redenen:

  • Door illegale tewerkstelling het legale arbeidsaanbod verdrongen op de arbeidsmarkt.
  • Illegale tewerkstelling gaat vaak gepaard met overtreding van arbeidsvoorwaarden -en omstandigheden, wat kan leiden tot uitbuiting.
  • Illegale tewerkstelling binnen een sector concurrentievervalsend.
  • Het gaat veelal om illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen die illegale arbeid verrichten.


Documenten

16