Dit wetsvoorstel verruimt in het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de rechterlijke organisatie de criteria voor het weigeren van verzoeken om getuigen op te roepen.
Met dit voorstel krijgt de voorzitter van de strafkamer meer bevoegdheden om nodeloze aanhoudingen van strafzaken te voorkomen. Dit voorstel is één van de vier wetsvoorstellen ter uitwerking van het veiligheidsplan "Naar een veiliger samenleving" van het kabinet-Balkenende I om het strafproces efficiënter te laten verlopen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 22 juni 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van GroenLinks stemde tegen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 november 2004 als hamerstuk afgedaan. De fractie van GroenLinks is daarbij aantekening verleend.
Het wetsvoorstel is plenair gezamenlijk afgehandeld met de voorstellen 29.252 29.253 en 29.255
ingediend
20 oktober 2003titel
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het horen van getuigen en enkele verwante onderwerpenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
-Dit voorstel sluit uit dat discussies over de wenselijkheid van het horen van bepaalde getuigen zonder noodzaak herhaald worden; deze wijzigingen zijn mede van belang voor het houden van regiezittingen.
-
-De voorzitter van de strafkamer kan voor de start van de terechtzitting aan de officier van justitie getuigen en deskundigen opgeven om deze tijdens de terechtzitting te laten oproepen, alsmede verzoeken nadere onderzoekshandelingen te verrichten of doen verrichten, of stukken van overtuiging over te leggen. Verder kan hij de medebrenging van de verdachte naar de terechtzitting gelasten.
-
-Uitbreiding van de mogelijkheden om een verzoek af te wijzen om getuigen of deskundigen te doen oproepen.
-
-Voor het horen van getuigen in appel kan de meervoudige kamer verwijzen naar de politierechter.
-
-Alleen als de officier van justitie of de verdachte redelijke gronden heeft om zich daartegen te verzetten, kan de voorlezing der stukken niet worden vervangen door een mondelinge mededeling van de korte inhoud.
12
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
22 juni 2004
stemming (aangenomen, tegen: GL) Handelingen TK 2003/2004, nr. 86, blz: 5518