30.025 (R1783)

Goedkeuring Europese Grondwet



Dit voorstel van rijkswet keurt het op 29 oktober 2004 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa (Trb. 2004, 275PDF-document) goed. De Grondwet voor Europa zal in de plaats treden van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie. De Europese Unie die met het Grondwettelijk verdrag wordt opgericht treedt in de plaats van de Europese Gemeenschap (EG) en de Europese Unie (EU).

Met de Grondwet worden belangrijke doelstellingen nagestreefd. In de eerste plaats wordt zekergesteld dat een Unie van 25 en meer lidstaten effectief blijft functioneren met sterke instellingen, dat een evenwichtige verdeling van de macht wordt gewaarborgd en dat de besluitvorming zo dicht mogelijk bij de Europese burgers zal plaatsvinden. Daarnaast draagt de Grondwet bij aan de totstandkoming van een welvarender, democratischer en veiliger Europa dat een daadkrachtige en verantwoordelijke rol speelt in de wereld.

Voor meer informatie over de Europese Grondwet kunt u terecht op de themapagina op www.europapoort.nl.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Ingetrokken
Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Plenair
Afkondiging

De regering heeft bij brief van de minister van Buitenlandse Zaken van 1 juli 2005 het voorstel ingetrokken (TK 30.025 nr. 8 Herdruk). Reden hiervoor is de duidelijke uitslag van het referendum van 1 juni 2005 over de instemming door Nederland met het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.


Kerngegevens

ingediend

10 maart 2005

titel

Goedkeuring van het op 29 oktober 2004 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa (Trb. 2004, 275)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties

inwerkingtreding

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst


Hoofdlijnen

Belangrijke wijzigingen zijn:

  • Uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Parlement;
  • Versterking van de rol van de nationale parlementen bij het Europese besluitvormingsproces;
  • De introductie van een gekozen voorzitter van de Europese Raad;
  • De introductie van een minister van Buitenlandse Zaken van de Unie;
  • Het verdrag maakt een eind aan het naast elkaar bestaan van de Europese Unie én de Europese Gemeenschap. Daarvoor in de plaats komt één Unie die uitdrukkelijk rechtspersoonlijkheid heeft;
  • Het besluitvormingsproces in de Unie wordt vereenvoudigd en er komt een overzichtelijk stelsel van rechtsinstrumenten (Europese wet, Europese kaderwet, Europese Verordening, Europees besluit, aanbeveling en advies);
  • Het openbare karakter van de Raadvergaderingen wordt verder uitgebreid en de toegang tot documenten verbeterd;
  • Voor voorstellen op het gebied van een groot aantal onderwerpen waar voorheen unanimiteit van stemmen vereist was, geldt straks dat ze bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen aangenomen worden. Hierbij is een politiek beroepsrecht (de "noodremprocedure") geïntroduceerd waarmee een lidstaat de zaak kan voorleggen aan de Europese Raad;
  • Wijzigingen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (RVVR) moeten de EU slagvaardiger maken op het gebied van terrorismebestrijding, grensoverschrijdende criminaliteit (zoals drugs- en mensenhandel) en asiel- en migratiestromen. Daartoe wordt ook een rechtsbasis gecreëerd voor een Europees openbaar ministerie, krijgen Europol en Eurojust meer taken, wordt de operationele politiesamenwerking beter gecoördineerd en worden verdere stappen gezet op weg naar een Europees asielstelsel.
  • Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie is integraal in het Grondwettelijk verdrag opgenomen. Het voornemen van de Unie toe te treden tot het op 4 november 1950 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamententele vrijheden (EVRM; Trb. 1951, 154) is opgenomen in het verdrag en de rechtsmacht van het Hof van Justitie van de Europese Unie is verder uitgebreid.


Documenten

Er zijn geen documenten gevonden.