Dit wetsvoorstel verhoogt het gewicht van de voorkeurstem in de Kieswet. Hierdoor worden de mogelijkheden voor de kiezer om de personele samenstelling van de Tweede Kamer te beïnvloeden, vergroot.
De huidige voorkeursdrempel wordt van 25 % verlaagd naar 12,5% van de kiesdeler. Er zijn dan afhankelijk van de opkomst ruim 7500 stemmen nodig om bij voorkeur te worden gekozen. De drempel is zodanig veel lager dan de huidige, dat er daadwerkelijk een extra impuls is voor kandidaten zich in een persoonlijke verkiezingsstrijd tot de kiezers te wenden. Dat leidt naar verwachting tot een Tweede Kamer die bestaat uit gekozenen die meer dan nu worden gekend (en vertrouwd) door de kiezers.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is ingetrokken door de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties bij brief van 20 november 2006 (TK 30.418 nr. 8).
ingediend
21 december 2005titel
Wijziging van de Kieswet, houdende verlaging van de voorkeurdrempel voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamerschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
1
-
28 juni 2006
behandeling Handelingen TK 2005/2006, nr. 96, blz: 5914-5927