Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Met dit voorstel wordt in de wet een bestuurlijk handhavingsmechanisme ingevoerd. Deze uitvoering van deze bestuurlijke handhaving zal plaatsvinden door de Arbeidsinspectie (AI).
Nu de eerste overgangstermijn van het vrijwerknemersverkeer binnen Europa is afgelopen, is het wenselijk om het vrij verkeer van werknemers pas in te voeren nadat flankerend beleid op het gebied van handhaving van de arbeidsvoorwaarden is ingevoerd. De overheid is daarbij verantwoordelijk voor de handhaving van publiekrechtelijke regelingen, sociale partners voor handhaving de privaatrechtelijke regelingen. De verwachting bestaat, dat werknemers uit de Midden- en Oost-Europese landen (MOE landen) nog minder dan hun Nederlandse collega's geneigd zullen zijn om een klacht bij de Arbeidsinspectie in te dienen of een civiele procedure wegens onderbetaling aan te spannen, omdat het ontvangen loon nog altijd hoger is dan het loon dat zij in het land van herkomst ontvangen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 10 oktober 2006 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 februari 2007 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 98 van 20 maart 2007.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 157 van 3 mei 2007.
ingediend
28 augustus 2006titel
Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhavingschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
21
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10 oktober 2006
stemming (met algemene stemmen aangenomen) Handelingen TK 2006/2007, nr. 10, blz: 613 -
4 oktober 2006
behandeling Handelingen TK 2006/2007, nr. 8, blz: 494-499