30.652

Wijziging Leerplichtwet 1969 met betrekking tot criteria voor scholen



Dit wetsvoorstel regelt de procedure voor de inrichting van het onderwijs en de bevoegdheden van de leerkrachten van particuliere scholen, welke overeenkomen met uit de openbare kas bekostigde scholen.

Voorgesteld wordt om de feitelijke beoordeling van een particuliere school in handen te geven van de Inspectie van het onderwijs. De leerplichtambtenaar hanteert het inspectieadvies bij zijn toezicht op de naleving van de wet. Komt de inspectie tot de conclusie dat een school niet of niet langer voldoet aan de criteria van het voorgestelde artikel 1a1, dan zal de leerplichtambtenaar de ouders van de leerlingen erop moeten wijzen dat zij niet voldoen aan hun wettelijke verplichting van de Leerplichtwet.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 3 april 2007 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, CDA en PVV stemden voor.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 juli 2007 zonder stemming aangenomen. ChristenUnie en SGP is daarbij aantekening verleend. Tijdens de behandeling van het voorstel is de Motie-Linthorst (PvdA) c.s. inzake het recht op onderwijs voor ieder kind (EK 30.652, G) ingediend. Deze motie is, eveneens op 10 juli 2007, na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 298 van 30 augustus 2007.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 299 van 30 augustus 2007.

De Eerste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid heeft op 3 april 2008 een verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het wijzigen van de Leerplichtwet (EK 30.652, J) uitgebracht.

De commissie heeft op 8 april 2008 de brief van 28 maart 2008 (EK 30.625, I) van de staatssecretaris over particulier onderwijs en het thuisonderwijs besproken en besloten middels een brief aan te dringen op uitvoering van de aangenomen motie Linthorst c.s. inzake het recht op onderwijs voor ieder kind (EK 30.652, G). De commissie heeft deze brief op 22 april 2008 vastgesteld. De staatssecretaris heeft hierop bij brief van 30 juni 2008 gereageerd. Beide brieven zijn opgenomen in een verslag van een schriftelijk overleg dat de commissie op 8 juli 2008 heeft uitgebracht (EK 30.652, K).

Zodra het onderzoek dat de staatssecretaris laat uitvoeren naar de wijze waarop Nederland invulling geeft aan het thuisonderwijs beschikbaar is, beziet de commissie opnieuw of aan het gevraagde in de motie-Linthorst c.s. tegemoet is gekomen.

De commissie heeft naar aanleiding van de briefwisseling over openstaande toezeggingen (EK 31.700 VIII, E met bijlage) op 10 maart 2009 een brief aan de staatssecretaris gestuurd over een toezegging over het thuisonderwijs (T00562), die nauw samenhangt met deze motie. De staatssecretaris heeft hier bij brief van 19 mei 2009 op gereageerd. Beide brieven zijn opgenomen in een verslag van een schriftelijk overleg dat de commissie op 25 mei 2009 heeft uitgebracht ( EK 31.700 VIII, F en bijlage).

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid heeft op 16 maart 2010 besloten bij de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap te informeren naar de uitvoering van de motie-Linthorst c.s (EK 30.652, G).


Kerngegevens

ingediend

18 juli 2006

titel

Wijziging van de Leerplichtwet 1969 met betrekking tot criteria voor scholen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3, van die wet

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Hoofdlijnen

De voorgestelde criteria waaraan particuliere scholen moeten voldoen om te kunnen worden beschouwd als school in de zin van de Leerplichtwet hebben betrekking op:

  • het waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs;
  • het voorbereiden van de jongeren op het participeren in de samenleving;
  • het leggen van een grondslag voor het volgen van aansluitend onderwijs (voor zover geen sprake is van eindonderwijs).

Documenten

39