Met dit initiatiefvoorstel beogen de Tweede Kamerleden Van Bommel (SP), Van der Ham (D66), Ouwehand (PvdD), Peters (GroenLinks) en De Roon (PVV) de Nederlandse burgers het recht te geven om een oordeel te geven over wijzigingen in de Europese Verdragen door het Hervormingsverdrag van de Europese Unie, het zogenaamde Verdrag van Lissabon.
Daarnaast wordt er door de initiatiefnemers beoogd de gegroeide betrokkenheid bij de besluitvorming over de Europese Grondwet vast te houden door de burgers nogmaals in een nationaal referendum advies te vragen over de bekrachtiging door Nederland. In hun ogen ontstaat het risico dat de betrokkenheid van de burger bij de EU afneemt wanneer deze zich niet kan uitspreken over het door de Nederlandse regering behaalde onderhandelingsresultaat na het Nederlandse «nee» uit 2005. De Nederlandse burgers spraken zich toen via een raadplegend referendum uit tegen de Europese Grondwet.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 3 juni 2008 verworpen door de Tweede Kamer. SP, GroenLinks, D66, PvdD, PVV en het lid Kalma (PvdA) stemden voor.
ingediend
2 november 2007titel
Voorstel van wet van de leden Van Bommel, Van der Ham, Ouwehand, Peters en De Roon betreffende het houden van een raadplegend referendum over het Hervormingsverdrag van de Europese Unie (Wet raadplegend referendum Hervormingsverdrag)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
De wet vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit tijdstip ligt na de vaststelling van het verslag, bedoeld in artikel 48, vierde lid
Er zijn geen documenten gevonden.