31.115

Technische wijziging Kieswet



Dit wetsvoorstel bevat een aantal uitvoeringstechnische wijzigingen van de Kieswet en enkele andere wetten.

De aanpassingen zijn het resultaat van een aantal adviezen van de Kiesraad en een evaluatie van de verkiezingen in 2002 en 2003 en van het referendum over de Europese Grondwet, het ontslag van staatssecretaris Bijlhout kort na haar aantreden, de opmerkingen van de gemeente Den Haag over kiezers in het buitenland en de uitspraken van de Raad van State onder andere over het verstrekken van kiezerspassen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 3 juli 2008 door de Tweede Kamer als hamerstuk afgedaan.

De Eerste Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 23 september 2008 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

21 juli 2007

titel

Wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende enkele technische aanpassingen

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
  • 2. 
    Indien het bij koninklijke boodschap van 20 april 2007 ingediende voorstel van wet tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de bepaling over het uitsluiten van wilsonbekwamen van het kiesrecht (31 012), na tot wet te zijn verheven in werking treedt voor het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, eindigt de termijn gedurende welke artikel 54, tweede lid, van de Grondwet, naar de tekst van 1983, van kracht blijft, op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt.

Hoofdlijnen

Het wetsvoorstel regelt onder andere:

  • op welk moment een Nederlander buiten Nederland moet wonen om zich te kunnen laten registreren,
  • dat verzoeken tot registratie van kiezers in het buitenland:
    • ook rechtstreeks bij burgemeester en wethouders van Den Haag kunnen worden ingediend;
    • worden aangevuld met een eigen verklaring van de verzoeker waarin deze stelt naar verwachting op de dag van de kandidaatstelling werkelijk woonplaats buiten Nederland te hebben,
  • dat de waarborgsom voor de inlevering van een kandidatenlijst wordt terugbetaald als deze kandidatenlijst door het hoofdstembureau ongeldig wordt verklaard.
  • dat ten behoeve van spoedige publicatie van de kandidatenlijsten in de Staatscourant het centraal stembureau zo spoedig mogelijk de beschikking krijgt over de door het hoofdstembureau vastgestelde kandidatenlijsten.
  • met betrekking tot de kiezerpassen wordt de term "verstrekt" vervangen door "uitgereikt" of "verzonden"
  • dat voortaan het aantal blanco stemmen en het aantal ongeldige stemmen apart geregistreerd worden.
  • dat de term, "gekozen" geschrapt wordt uit het artikel dat gaat over kandidaten die overleden zijn
  • dat de voorzitter van de Tweede of Eerste Kamer de benoemingsbrieven binnen de gestelde termijn uitreikt of per post verzendt.
  • dat, kandidaten die op één kandidatenlijst staan niet voor elkaars vacature in aanmerking komen, als op hetzelfde moment meerdere vacatures beschikbaar zijn, bijvoorbeeld doordat enkele Kamerleden van één lijst tegelijk toetreden tot het kabinet. Deze kandidaten worden voortaan buiten beschouwing gelaten.
  • dat bij een benoeming tot minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid van de Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman of substituut-ombudsman, of lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij de Hoge Raad, het Kamerlidmaatschap automatisch wordt beëindigd, en
  • dat indien de termijn voor verzoeken door middel van terugrekening eindigt in het weekend of op een feestdag, verzoeken die op de eerstvolgende werkdag zijn ontvangen als tijdig ontvangen moeten worden aangemerkt.

Documenten

9