De Eerste Kamer heeft voor het zomerreces ingaat op 9 juli 2008 en ook de ministers van het kabinet-Balkenende IV met vakantie kunnen gaan nog een zware agenda af te werken op maandag 7 en dinsdag 8 juli 2008.
Maandagavond en dinsdagmorgen zijn uitgetrokken voor een debat over het Verdrag van Lissabon (31.384 (R1850), dat in de plaats is gekomen van de Europese 'grondwet' waar de Nederlandse (en Franse) bevolking destijds in een referendum in meerderheid 'nee' tegen zei. De fracties in de Eerste Kamer hebben twee schriftelijke rondes met vragen nodig gehad om het Verdrag plenair te behandelen. Belangrijke vraagstukken voor de leden van de Senaat zijn de taakverdeling tussen de verschillende nieuwe voorzitters van de Europese instellingen, de betrokkenheid van de nationale parlementen en bovenal natuurlijk de ontstane situatie nadat de Ierse bevolking zich tegen dit Verdrag heeft uitgesproken. Ten tijde van de behandeling van het Verdrag in de Tweede Kamer had het Ierse referendum nog niet plaatsgevonden. In debat met de Eerste Kamer zal de regering dus voor de eerste maal in het Nederlandse parlement uitleg moeten geven over de toekomst van het Verdrag van Lissabon. Vooral de fractie van de SP heeft in de voorbereiding op het debat kritische vragen gesteld.
Verder heeft de Eerste Kamer op 8 juli 2008 een wetsontwerp op de agenda dat in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in november 2006 controversieel werd verklaard en daarom niet meer werd afgehandeld. Het gaat om het wetsvoorstel dat gemeenten meer zekerheid moet geven dat mensen met een kleine kans op inschakeling in het arbeidsproces ten gevolge van persoonlijke werkbelemmeringen (30.650), voor een langere periode met behoud van uitkering onbeloonde additionele werkzaamheden kunnen verrichten waardoor hun kans op inschakeling in het arbeidsproces wordt vergroot. De kern van het wetsvoorstel is dat de centrale rol van de gemeente bij de reïntegratie van ook deze categorie werkzoekenden gehandhaafd blijft.
Over de Aanbestedingswet (30.501) wacht het kabinet in de Eerste Kamer eveneens een stevig debat. Het betreft modernisering van bestaande wetgeving om beter dan voorheen een goede uitvoering van de Europese en internationale aanbestedingsverplichtingen te bereiken.
En tot slot wacht dan nog de derde termijn van het debat over de goedkeuring van de Scheldeverdragen met Vlaanderen (30.862, 30.863, 30.864, 30.866 en 30.867), waarin uitdieping van de Schelde (Westerschelde) gekoppeld is aan herstel van verloren natuurwaarden in Zeeland. De beraadslagingen werden een week geleden geschorst. Omstreden is met name de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder. Tegen deze in de verdragen vastgelegde ontpoldering hebben bijna alle fracties in de senaat onoverkomelijke bezwaren. Het debat werd vorige week geschorst om de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nog een week de tijd te geven om nadere informatie over de zaak van ontpoldering aan de Kamer te doen toekomen. De Kamer had in de voorbereiding op dit debat al gesteld een uitbreiding van de taakopdracht van de commissie Nijpels, die zoekt naar alternatieven voor de ontpoldering van de Hedwigepolder, te wensen. Tijdens de derde termijn op 8 juli 2008 zal moeten blijken of de Eerste Kamer besluit de stemmingen over de goedkeuring van de Scheldeverdragen en de vorige week ingediende moties op de laatste vergaderdag voor het reces te zullen houden of dat deze zullen worden aangehouden tot na het verschijnen van het rapport-Nijpels.
Deel dit item: