Bij de toetsing van de wet zal worden nagegaan hoe wordt omgegaan met de kwestie van de ontlastende informatie als er geen corrigerend ambtsbericht is uitgebracht.
Nummer | T00501 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_JUST_2007_3 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 september 2006 |
Deadline | 1 januari 2019 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie Minister van Veiligheid en Justitie |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie en Veiligheid |
Kamerleden | mr. R.H. van de Beeten (CDA) |
Commissie | commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | afgeschermde getuigen informatie |
Kamerstukken | Afgeschermde getuigen (29.743) |
blz. 1831-1832
De heer Van de Beeten (CDA): Ik kom nog even te spreken over de kwestie van de ontlastende informatie. Dat is een lastig punt waarop de minister zeer uitvoerig en verhelderend is ingegaan. Hij heeft mij echter nog niet geheel overtuigd met zijn betoog. Hij heeft erop gewezen dat AIVD-medewerkers, zodra vastgesteld wordt dat de informatie in een ambtsbericht niet juist is, een corrigerend ambtsbericht uitbrengen. Het zou ook vreemd zijn als zij dat niet deden. Dit neemt echter niet weg dat zich een situatie kan voordoen waarin dat niet gebeurt en de rechtercommissaris vaststelt dat het niet gebeurt. De rechtercommissaris wordt dan wel met een probleem geconfronteerd waarvoor hij de verantwoordelijkheid op zich moet nemen.
blz. 1834
Minister Donner: De heer Van de Beeten noemde de bewijskracht ten aanzien van de verdachte. Hij zei dat ontlastende informatie wellicht de positie van andere verdachten kon betreffen, maar het gaat om het ambtsbericht en niet om de informatie die daarachter zit. Het ambtsbericht speelt nu juist een rol in de zaak tegen de ene verdachte. Het heeft geen gewicht in een proces tegen andere verdachten. Bovendien zal een betrokkene zich de ontlastende elementen die de heer Van de Beeten noemt, ook wel herinneren. Een getuige kan zeggen: dit tapverslag kan volstrekt geen betrekking hebben op mij omdat ik toen en toen daar niet was. Als dat gebeurt, kan de rechtercommissaris die stelling onderzoeken. Het doet er niet toe of de ene of de andere verdachte dat zegt. In een dergelijke situatie kan men met de mededeling terugkomen dat de stelling niet kan worden geverifieerd. In het andere geval heeft dat net zo’n effect. In hoeverre dergelijke informatie daadwerkelijk een rol speelt, moet juist blijken uit de bevindingen van de commissie van toezicht op dit terrein. Ik ben bereid om toe te zeggen dat wij de wet, zo die wordt gebruikt, over een aantal jaar zullen toetsen om na te gaan of dit punt is voorgekomen. Daar kan uw uitleg van de wettelijke bepalingen in meespelen. Ik heb mijn uitleg daarvan gegeven. Ook die is primair. Het gaat in dezen om wetgeving. Wij hebben daarop de toelichting gegeven. Het is uiteindelijk aan de rechter om te bepalen in hoeverre de ruimte die er volgens u in zit, echt in zit. Mij lijkt dat die er niet in zit.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2005/2006, nr. 38, blz: 1817-1835
-
5 maart 2019
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
21 februari 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Justitie en Veiligheid ter aanbieding van de tweede evaluatie Wet afgeschermde getuigen en de reactie daarop
voor kennisgeving aangenomen op 5 maart 2019
EK, I
-
-
3 juli 2018
nieuwe deadline: 1 januari 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
25 mei 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Justitie en Veiligheid en de minister voor Rechtsbescherming over het halfjaarlijks rappel toezeggingen die aan de Eerste Kamer zijn gedaan
Voor kennisgeving aangenomen op 3 juli 2018.
EK, X
-
-
7 november 2017
nieuwe commissie: commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) -
7 november 2017
commissie vervallen: commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) -
26 oktober 2017
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Justitie en Veiligheid -
26 oktober 2017
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Veiligheid en Justitie -
10 januari 2013
nieuwe deadline: 1 januari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Ambtelijk is gewezen op de toezegging van de minister in zijn brief d.d. 23 oktober 2012 (29743, H) over een nieuwe evaluatie over 5 jaar.documenten: -
26 oktober 2012
nieuwe deadline: 1 januari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De minister zegt toe "de Wet afgeschermde getuigen wederom na verloop van een periode van vijf jaar te evalueren in de hoop dat zich gedurende dat tijdsbestek voldoende casus hebben voorgedaan".documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake Toezeggingen T00501 en T00508
voor kennisgeving aangenomen op 30 oktober 2012
EK, H
-
-
2 oktober 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juni 2011
nieuwe commissie: commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) -
7 juni 2011
commissie vervallen: commissie voor Justitie (Just.) -
14 oktober 2010
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Veiligheid en Justitie -
14 oktober 2010
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Justitie -
11 mei 2007
nieuwe deadline: 1 juli 2012
Voortgang:
Opmerking: Indien dit zich zal voordoen, zal hier aandacht voor zijn. De evaluatie van de wet zal echter pas op zijn vroegst over 5 jaar plaatsvinden.documenten: -
12 september 2006
toezegging gedaan