Minister Hirsch Ballin zegt toe de wet Terroristische Misdrijven te zullen laten monitoren en daarover jaarlijks te rapporteren. Daarnaast wordt een evaluatiemoment ingebouwd over vijf jaar.
Nummer | T00509 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_JUST_2007_5 |
Status | afgevoerd |
Datum toezegging | 7 november 2006 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Veiligheid en Justitie |
Kamerleden | prof.dr. W.J. Witteveen (PvdA) |
Commissie | commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | evaluaties terrorisme Wet terroristische misdrijven |
Kamerstukken | Verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven (30.164) |
Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, 5 – 216
Blz. 217
(…)
Minister Hirsch Ballin: Daarmee kom ik bij de opmerkingen van de heer Witteveen over het opnemen van een horizonbepaling. Ik zal de kwestie niet benaderen vanuit een soort algemene leer omtrent horizonbepalingen. Het is in de regel beter als wetsvoorstellen zonder horizonbepalingen door het leven kunnen. Ik zie eigenlijk alleen aanleiding voor een horizonbepaling als het gaat om wetsvoorstellen die naar hun aard betrekking hebben op een tijdelijke situatie. Dat is hier echter niet het geval. (…) Wij zijn het aan de dynamiek van de proportionaliteit van wetgeving verschuldigd om voortdurend een oog in het zeil te houden en niet alleen op een in de tijd gefixeerde datum van expiratie van de horizontermijn. Dus zou mijn antwoord aan de heer Witteveen zijn: ik wil niet minder doen dan hij, ik wil graag meer doen dan hij voorstelt. In plaats van het wetsvoorstel te binden aan een horizonbepaling, wil ik een proces gaande houden waarbij de wetgeving in werking bij voortduring wordt gemonitord.
(…)
Blz. 224
De heer Witteveen (PvdA): Ik wil de minister graag een eindje tegemoet komen. Terwijl hij aan het woord was, heb ik mij afgevraagd of er misschien een vorm van evaluatie denkbaar is die aan zijn wensen beantwoordt en die gedeeltelijk de deugden van de horizonbepaling zou kunnen bezitten. Mij staat voor ogen een procedure waarbij je de vraag wat moet worden geëvalueerd laat bepalen in een debat met de Tweede Kamer.
(…)
Blz. 227
Minister Hirsch Ballin: De heer Witteveen heeft gesproken over het monitoren, het evalueren of het de vinger aan de pols houden. Je kunt een horizonbepaling die leidt tot het vervallen van een bepaling alleen op een verantwoorde manier opschrijven als daarin ook de gevolgen van het vervallen van die bepaling zijn verdisconteerd. Als je kijkt naar de historische uitgaven of de ADW op het punt van het Wetboek van Strafvordering moet je constateren dat juist deze titels van dit Wetboek in een hoog tempo van ontwikkeling zijn. Het anticiperend regelingen treffen ter zake van de gevolgen die zich voordoen bij het opnemen van een horizonbepaling, zou alleen kunnen als in alle vervolgwetgeving rekening gehouden zou worden met de mogelijke gevolgen van het effectueren van het vervallen van wetgeving die er nu nog niet is maar die tussen nu en de datum van de horizonbepaling tot stand komt. Ik vertrouw de wetgevingsjuristen van Justitie zo’n beetje van alles toe, maar zij hebben ook nog andere dingen te doen. (…) Vervolgens wil ik iets zeggen over de timing van het monitoren. Het lijkt mij een heel zinnige gedachte om ons daarbij een datum voor te nemen waarop in ieder geval de balans moet worden opgemaakt. Ik meen dat de heer Witteveen daarvoor zelf een termijn van vijf jaar noemde. Dat lijkt mij een zinnige termijn om de balans op te maken. Overigens geldt hierbij iets wat niet alleen beschouwd moet worden als een wens vanuit deze Kamer, maar ook als een wens die iedere minister van Justitie als eerstverantwoordelijke voor de coördinatie voor terrorismebestrijding moet hebben en die ik dus hier vanavond ook graag uitspreek. Het is geen onderwerp dat stilstaat. Dat ligt niet alleen aan de werking van deze bepalingen, maar ook aan de werkzaamheden van de hierbij betrokken diensten en aan de internationale samenwerking en, uiteraard, aan de ontwikkeling van het probleemveld zelf. (…) Wij hebben het over het actuele dreigingsbeeld, om het in AIVD-termen te zeggen, in relatie tot de middelen die overheid heeft. Ik denk dat het buitengewoon zinnig zou zijn om dit jaarlijks te bespreken, hetzij in relatie tot de behandeling van de justitiebegroting, hetzij in relatie tot het verschijnen van het jaarverslag van het Openbaar Ministerie. Het OM heeft de centrale rol bij de toepassing van deze wet. Het gaat daarbij dan om de vraag of de wetgeving op dit terrein nog steeds proportioneel is, en dan in de betekenis die ik in de eerste termijn aangaf: niet te veel en niet te weinig. Misschien ontbreken nog dingen of moeten wij op basis van de ontwikkeling van de realiteit zeggen dat bijzondere bevoegdheden niet meer hoeven. Beide zijn denkbaar. (…) Verder kunnen wij een evaluatiemoment afspreken over vijf jaar. Deze toezegging doe ik uit volle overtuiging.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2006/2007, nr. 5, blz: 216-229
-
12 september 2017
nieuwe status: afgevoerd
Voortgang: -
13 mei 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
6 mei 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
29 april 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
24 april 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de evaluatie van de Wet ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging terroristische misdrijven
voor kennisgeving aangenomen op 6 mei 2014
EK, L
-
-
25 maart 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
4 maart 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
21 februari 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
10 januari 2013
nieuwe deadline: 1 januari 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten: -
15 mei 2012
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: Toezegging heeft een doorlopend karakter.documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake toezeggingen
toezegging T01152 voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor BZK/AZ op 3 april 2012
toezegging T01134 voor kennisgeving aangenomen op 8 mei 2012 door de commissies voor IMRO en voor VenJ
voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor V&J op 15 mei 2012
EK, E
-
-
7 juni 2011
nieuwe commissie: commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) -
7 juni 2011
commissie vervallen: commissie voor Justitie (Just.) -
5 april 2011
nieuwe deadline: 1 januari 2012
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten: -
14 oktober 2010
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Veiligheid en Justitie -
14 oktober 2010
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Justitie -
10 september 2010
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: In april 2010 is het tweede monitorrapport inzake de toepassing van de Wet ter verruiming van de mogelijkheden ter opsporing en vervolging van terroristische misdrijven in de praktijk aan de Eerste Kamer gezonden. (Kamerstuk 2009-2010 EK 30164, I). De evaluatie is voorzien voor 2012. -
9 april 2010
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Justitie ter aanbieding van het Tweede monitorrapport Wet verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven
EK, I
-
-Tweede monitorrapport "Signalen van terrorisme en de opsporingspraktijk" : de wet opsporing terroristsche misdrijven twee jaar in werking (oktober 2009)
bijlage bij EK 30.164, I
-
-
23 maart 2010
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: Het tweede monitorrapport inzake de toepassing van de Wet ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven in de praktijk zal op korte termijn aan de Eerste Kamer worden aangeboden.documenten:-
-brief van de minister van Justitie met de laatste stand van zaken over de openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 30 maart 2010
EK, J
-
-
29 september 2009
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: De commissie beschouwt deze toezegging als slechts gedeeltelijk afgedaan. Van de zijde van de regering is immers een jaarlijkse rapportage toegezegd, alsmede een evaluatie over vijf jaar. Op dit moment is slechts het eerste monitoringsrapport verschenen. -
20 maart 2009
nieuwe status: openstaand
Opmerking: Monitoren van de Wet verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven: De Wet is op 1 februari 2007 van kracht geworden. Aan het Parlement is toegezegd dat de toepassing van deze wetgeving wordt onderworpen aan een monitoringmechanisme (Handelingen I 2006/07, 5-218). Op dit moment wordt er gewerkt aan een kabinetsreactie op de inmiddels afgeronde monitoring. -
11 mei 2007
nieuwe deadline: 1 januari 2009
Voortgang:documenten: -
7 november 2006
toezegging gedaan