De minister van V&W zegt naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Hendrikx (CDA), Linthorst (PvdA) en Schouw (D66) de Eerste Kamer toe dat hij zodra het wetsvoorstel is aangenomen zo snel mogelijk met een ministeriële regeling zal komen, waardoor de arbeidsvergoeding van de loodsen wordt gefixeerd op het niveau van 2003 plus indexering ieder jaar.
Nummer | T00660 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_V&W_2008_2 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 11 december 2007 |
Deadline | 1 januari 2009 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Verkeer en Waterstaat |
Kamerleden | mr. J.A.M. Hendrikx (CDA) drs. M.Y. Linthorst (PvdA) dr. A.G. Schouw (D66) |
Commissie | commissie voor Verkeer en Waterstaat (V&W) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | lagere regelgeving |
Onderwerpen | loodswezen vergoedingen |
Kamerstukken | Wet markttoezicht registerloodsen (30.913) |
Handelingen I 2007-2008, nr. 13 – blz. 518
De heer Hendrikx (CDA):
Verder noem ik de hoogte van honorering. De minister heeft gesteld dat de loodsen moeten worden aangemerkt als ’’zelfstandige ondernemers’’ en dat zij derhalve niet in aanmerking komen voor een toets aan de Balkenendenorm. De minister gaat ervan uit dat er een duidelijke matiging zal optreden. In andere sectoren is gebleken dat die matiging zelden snel tot resultaten leidt. Voorkomen moet worden dat er van twee walletjes kan worden gegeten, namelijk ondernemer zijn zonder concurrentie. Bevatten de adviezen van de commissie-Dijkstal ook voorstellen voor de bezoldiging van loodsen? Worden deze gerekend tot het publieke domein of niet? De minister lijkt de boot af te houden, als wij pleiten voor nader toekomstgericht overleg over deze onderwerpen. Wij vragen de minister zijn standpunt nader toe te lichten.
De heer Schouw (D66):
Zoals wij allen weten, ligt de honorering ver boven de Balkenendenorm. Ook hier bespeuren onze fracties weer een schouderophalende minister. Waarom toch die gemakzucht? Ik vermoed dat de achtergrond hiervoor is dat de absolute kosten van alles wel meevallen, maar dat geldt natuurlijk ook voor de directeuren van energiebedrijven die veel verdienen. Het gaat hier niet om absolute bedragen, het gaat hier om principes. Ik hoop toch zo dat deze minister niet losjes omgaat met de principes en de afspraken. De minister geeft in de memorie van antwoord aan dat hij deze buitenproportioneel zijnde arbeidsvoorwaarden wel kan regelen, mogelijk via een aparte wet. Hiervan is echter afgezien. Mijn fractie wil eigenlijk dat de minister daar niet van afziet en dat hij een wetsvoorstel indient, linksom of rechtsom, om die zaken in overeenstemming te brengen met de maatschappelijke en publieke norm op dit punt. Graag hoor ik een reactie.
Minister Eurlings:
Ik wil ter afronding nog iets zeggen over de positie van de loodsen als zelfstandige ondernemers en over hun beloning in het algemeen. Daar zit naar mijn mening een onvolkomenheid in. Ik heb nu formeel weergegeven dat het salaris niet in de Dijkstalnorm valt, maar dan nog vind ik het beeld onvolkomen. Daarom vestig ik er nadrukkelijk de aandacht op dat wij met het huidige wetsvoorstel de arbeidsvergoeding fixeren op het niveau van 2003 plus indexering ieder jaar. Daar zetten wij er dus wel de rem op. Ik zeg toe dat ik, als dit wetsvoorstel wordt aangenomen, zo snel mogelijke een ministeriële regeling zal ondertekenen waarin dit wordt vastgelegd. Dit is beter dat de situatie van dit moment, maar ik heb begrip voor de gevoelens van onvrede.
Mevrouw Linthorst (PvdA):
Ik heb altijd begrepen dat het grote verschil tussen een zelfstandige ondernemer en iemand in loondienst is, dat de zelfstandige ondernemer een aantal risico’s loopt. Daarvan lijkt mij bij deze beroepsgroep nauwelijks sprake, want het gaat om een wettelijk verplichte afname van diensten die dus ook gegarandeerd zijn. De minister zegt dat hij de Balkenendenorm niet kan opleggen aan de loodsen want die vallen buiten de categorie, maar hij kan nu wel de salarissen fixeren. Daar lijkt mij een tegenstrijdigheid in te zitten.
Minister Eurlings:
Dit laatste is volgens mij niet het geval, want ook al valt iets officieel niet onder hetgeen de commissie-Dijkstal heeft geadviseerd, dan nog is er nog wel zoiets als een tijdgeest. Iets wat je goed vindt of niet, iets wat in of uit het lood is. Het feit dat iets formeel niet onder de ’’Dijkstalbenadering’’ valt, ontslaat ons niet van de plicht om de sector aan te spreken op de steeds toegenomen inkomsten.
Mevrouw Linthorst (PvdA):
Het is van tweeën een: of wij gaan erover of wij gaan er niet over. Als wij er niet over gaan, kunnen wij alleen een moreel appel doen. Als wij er wel over gaan, kunnen wij fixeren en eisen stellen. Het kan niet van allebei een beetje zijn.
Minister Eurlings:
Het kan niet van allebei een beetje zijn, maar het is natuurlijk toch pure winst als je samen met de sector op basis van een pakket maatregelen en het voorstel dat nu voorligt, draagvlak krijgt om in ieder geval vanaf nu verder te gaan met fixatie op 2003 plus indexering. Als wij daarvoor draagvlak kunnen verkrijgen, is dat een alleszins betere situatie dan voort te gaan op de weg die wij de afgelopen jaren hebben gevolgd. Dit is tenminste een verbetering van de situatie ten opzichte van nu.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2007/2008, nr. 13, blz: 510-524
-
31 maart 2009
nieuwe status: voldaan -
11 december 2007
toezegging gedaan