De minister zegt toe, beide Kamers via jaarlijkse rapportages op de hoogte te houden omtrent nieuwe gegevens over onverzekerden en wanbetalers en over de samenstelling van beide groepen.
Nummer | T00714 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_VWS/JG_2008_6 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 4 december 2007 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Kamerleden | prof.dr. K. Putters (PvdA) drs. T.M. Slagter-Roukema (SP) |
Commissie | commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin (VWS/JG) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | incasso's |
Kamerstukken | Verzwaren incassoregime premie en andere maatregelen zorgverzekering (30.918) |
Handelingen I 2007 – 2008, nr. 11 – p.375
Blz. 381
De heer Putters (PvdA): Uit de informatie die de minister ons geeft over de omvang en de samenstelling van de groep wanbetalers, komt het beeld naar voren dat het in sterke mate gaat om groepen van uitkeringsgerechtigden, mensen met allochtone achtergrond, eenoudergezinnen en combinaties daarvan. De groep onverzekerden lijkt er niet zoveel anders uit te zien. De minister wil met doelgroepgerichte voorlichting gaan werken om wanbetaling tegen te gaan. Dat steunen wij, maar kan hij concreter aangeven wat wij daaronder verstaan moeten? Niet onbelangrijk is immers om te weten waarop voorlichting zich moet richten! Tot op heden geeft de minister vooral aan waarom hij geen inzicht in de oorzaken van het probleem kan krijgen. Het is namelijk niet mogelijk om gegevensbestanden te koppelen met als doel om bij financieel kwetsbare groepen te voorkomen dat zij opnieuw in betalingsachterstanden terechtkomen.
Blz. 394
Minister Klink: In dit verband kom ik nog even terug op de doelgroepen. Het doelgroepenbeleid is zowel voor de onverzekerden als voor de wanbetalers belangrijk. In 2006 en 2007 is het CBS op ad-hocbasis gevraagd om de aantallen wanbetalers en onverzekerden en om de achtergrondkenmerken van beide groepen. Er is inmiddels besloten dat er vanaf 2008 een structurele rapportage hierover komt door middel van een VWS-verzekerdenmonitor voor de Zorgverzekeringswet. De gegevens over de aantallen wanbetalers en onverzekerden, en de kenmerken van die groepen – zijn het allochtonen, jongeren, ouderen, stedelingen of mensen van het platteland? – kunnen een aangrijpingspunt zijn om beleidsmaatregelen te nemen. Wij hopen die kenmerken inzichtelijk te maken via de structurele rapportage en zullen daar ook beleidsconclusies aan verbinden. De resultaten zullen worden opgenomen in een samenvattende rapportage die ook aan het parlement zal worden toegestuurd. Doel is beide Kamers op de hoogte te houden van de ontwikkelingen, zowel bij de onverzekerden als bij de wanbetalers, en van de kenmerken van beide groepen. De eerste rapportage moet in 2008 gerealiseerd zijn, daarna komt hij jaarlijks terug.
Blz. 402
Mevrouw Slagter-Roukema (SP): Soms gaat het om mensen die niet eens belasting afdragen omdat zij niet zo’n hoog inkomen hebben. (…) Het zal nog een hele toer worden om de mensen te bereiken die de informatie niet zelf tot zich kunnen nemen. Ik zie uit naar de discussie over de toekomstige wetgeving. Ik zal mij daar ook graag in roeren, zowel ten aanzien van de structurele maatregelen en het probleem dat wij vandaag behandelen, als ook de zorg aan illegalen. Het lijkt mij ook heel goed om daarover te praten. Ik word echter wel graag op de hoogte gehouden, en dan niet via brieven aan de Tweede Kamer.
De heer Putters (PvdA): De eerste gaat over de doelgroepenbenadering. Ik dank de minister voor zijn overtuigende antwoorden. Ik beschouw die antwoorden als een soort groeimodel om tot een beter systeem te komen om de groep mensen die een betalingsachterstand hebben, te kunnen achterhalen. Ik proef wel een beetje verschil tussen de schriftelijke beantwoording en de woorden van de minister. Uit de memorie van antwoord blijkt dat wij beperkt in staat zijn om bepaalde bestanden bij elkaar te brengen en het inzicht in die groep te vergroten. De minister noemt gelukkig een aantal handreikingen waarbij dat wel mogelijk zou zijn. Ik wil hem oproepen om, wanneer hij daarbij tegen belangrijke grenzen aan loopt, dat te melden aan de overkant en hier. Ik vraag hem ons op de hoogte te houden van zijn vorderingen.
Blz 404
Minister Klink: De heer Putters vroeg of wij kwalitatief onderzoek gingen doen. Ja. Ik vind het belangrijk en het is een reden om het in te bedden in de rapportage aan de Kamer. Ik voeg hier gelijk aan toe dat wij er melding van maken zodra wij op grenzen stuiten, want die kunnen met privacyoverwegingen te maken hebben, terwijl het toch belangrijk is om inzicht te krijgen in de samenstelling van de groepen die ermee gemoeid zijn. De laaggeletterden zouden er heel goed uit kunnen springen, al kwam ik ze niet tegen in de voorbereiding van deze stukken. Het is niet vanwege het feit dat mevrouw Van Leeuwen werd aangehaald dat ik er toch op zal letten. Het is in mijn ogen gewoon een belangrijk thema. De Eerste Kamer zullen wij dus op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Ik trek mij het aan dat haar de brief niet is toegezonden. Dat zullen wij hopelijk niet nog eens doen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2007/2008, nr. 11, blz: 391-405
-
behandeling Handelingen EK 2007/2008, nr. 11, blz: 375-383
-
27 juni 2008
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-29689, nr. 201 en 30918, nr 193 (26 mei 2008)
-
-
4 december 2007
toezegging gedaan