T00569

Toezegging Verschillen MBO - VO (31325)



De staatssecretaris zal na de zomer aan de Eerste Kamer rapporteren over een door haar te houden onderzoek naar ongerechtvaardigde verschillen tussen mbo en vo als bedoeld in motie 31325, F.


Kerngegevens

Nummer T00569
Oorspronkelijke nummer tz_OCW_2008_5
Status voldaan
Datum toezegging 27 mei 2008
Deadline 1 oktober 2008
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris I van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden dr. G.H.M.M. ten Horn (SP)
drs. M.Y. Linthorst (PvdA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen onderwijs
voortgezet onderwijs
Kamerstukken Gratis schoolboeken (31.325)


Uit de stukken

Handelingen EK 2007-2008, 31

Blz. 1309

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

[…]

Tot slot kom ik bij de motie [31 325, F] die ingediend is door de coalitiepartijen. In deze motie wordt de regering opgeroepen om de specifieke situatie van ouders met leerlingen op het mbo nader te onderzoeken op financiële gelijkwaardigheid in de bijdrage aan studiekosten met ander voortgezet onderwijs en wordt de regering tevens verzocht de Kamer over de uitkomsten daarvan na de zomer te informeren en bij gebleken ongerechtvaardigde verschillen voorstellen te doen om deze op te heffen. Met het eerste deel van de motie kan ik uit de voeten. Ik zal er heel graag voor zorgen dat een aantal zaken goed in beeld wordt gebracht. De zorg die hier door de diverse fracties is geuit, begrijp ik. Ik wil dit heel graag goed in beeld brengen. Het tweede deel van de motie – het doen van voorstellen – is niet aan mij maar des kabinets. Dat is klip en klaar. Ik kan mij dus vinden in een deel van deze motie. Ik ben namelijk bereid om onderzoek te laten doen naar het verschil tussen mbo-leerlingen en leerlingen in het voortgezet onderwijs. Ook mij gaan de leerlingen in het mbo aan het hart. Ik ben zeker bereid de resultaten hiervan na de zomer naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Linthorst (PvdA): Bij de indiening van deze motie heb ik expliciet gezegd dat de motie niet gericht was aan de staatssecretaris, maar via de staatssecretaris aan het kabinet. Wij weten natuurlijk ook dat de staatssecretaris hier geen toezegging kan doen over het doen van voorstellen. Kan de staatssecretaris wel toezeggen dat zij dit verzoek met verve aan het kabinet overbrengt?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Als deze motie wordt aangenomen, spreekt het vanzelf dat zij bij de regering terechtkomt. Ik zal zeker de achtergrond vertellen die ten grondslag heeft gelegen aan deze motie. De betrokkenheid van de Kamer zal ik ook naar voren brengen. Ik wil over mijn positie wel helder zijn: ik kan alleen garanderen dat ik voor het eerste deel ga.

Mevrouw Ten Horn (SP): Ik zie de voorzitter kijken, alsof zij zegt: het wordt laat, maar mevrouw Linthorst heeft mij daarnet verwezen naar de staatssecretaris, die zou uitleggen wat wij onder ’’na de zomer’’ zouden moeten verstaan in deze motie. Ik hoor graag een concrete datum.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Ik heb er geen bezwaar tegen om te zeggen dat dit onderzoek er na de zomer zal liggen, natuurlijk nog dit jaar. Wellicht het najaar, waar mevrouw Linthorst het over had. Daar kan ik mij iets bij voorstellen. Mevrouw Ten Horn (SP): Ik heb daarnet aan mevrouw Linthorst gevraagd of dat voor of na de algemene beschouwingen is. Mag ik dat concreet vragen, als u geen datum wilt geven?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Dat vind ik moeilijk te zeggen. Ik vind dat je het allereerst goed moet doen. Ik zal nader bekijken hoe ik dat aanpak. Kan ik het ervoor doen, dan zal ik het ervoor doen. Nogmaals, ik zeg tegen mevrouw Ten Horn dat wij het in alle nuchterheid bekijken. Het onderzoek ligt er. Als portefeuillehouder moet ik zeggen dat ik geen middelen heb om er een, twee, drie mee aan de slag te kunnen. Ik vind wel dat met zulke vragen geen verwachtingen moeten worden gewekt die ik niet kan waarmaken. Ik zal het onderzoek aanpakken. Dat vind ik mijn taak en dat zal ik ook doen, omdat ik de zorg van de Kamer begrijp. Dat is mijn reactie.


Brondocumenten


Historie