T00855

Toezegging Visie bevoegdheden burgemeesters (30.657)



De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Engels en Rehwinkel, toe de visie op de bevoegdheden van burgemeesters aan de Eerste Kamer te zullen aanbieden en daarover zo snel mogelijk met de Kamer van gedachte te wisselen.


Kerngegevens

Nummer T00855
Status voldaan
Datum toezegging 30 september 2008
Deadline 1 januari 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden prof. mr. J.W.M. Engels (D66)
dr. J.P. Rehwinkel (PvdA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ)
commissie voor Justitie (Just.)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen bevoegdheden
burgemeesters
huisverbod
Wet tijdelijk huisverbod
Kamerstukken Wet tijdelijk huisverbod (30.657)


Uit de stukken

Handelingen I 2007-2008, nr. 2 - blz. 65

Blz. 72

De heer Rehwinkel (PvdA): (...)Ik heb ook juist gewezen op het feit dat wij die burgemeester in het bestuur, net als u, zien als degene die boven de partijen moet kunnen staan. Ik geef zeker toe dat dit nog steeds betekent dat de gemeente dus wel wordt aangesproken bij de constatering van een onrechtmatige daad.

De heer Engels (D66): Ik vind het heel plezierig dat de heer Rehwinkel dit punt aansnijdt. Dat heeft mijn fractie ook gedaan. De juridische aansprakelijkheid ligt inderdaad in principe bij de gemeente en niet bij de burgemeester. Wanneer die juridische aansprakelijkheid echter weer in relatie wordt gebracht met politieke verantwoordelijkheid, is het duidelijk dat als een gemeente juridisch aansprakelijk wordt gesteld voor een handeling die een burgemeester heeft verricht, vervolgens andere organen binnen de gemeenteraad  misschien toch nog even met hem willen praten over de vraag waardoor zij in zo'n juridisch traject terecht zijn gekomen. Het antwoord stelt voor een deel gerust, maar niet volledig.

De heer Rehwinkel (PvdA): Dat moet ik toegeven. Ik heb net al gezegd dat er niet alleen juridische aansprakelijkheid bestaat die bij de gemeente berust bij de constatering van een onrechtmatige daad, maar ik heb ook de politieke verantwoordelijkheid genoemd. Als de gemeente juridisch aansprakelijk wordt gesteld, kan de politieke verantwoordelijkheid daar zeker door worden geactiveerd. Wij delen de aarzeling over het toekennen van deze bevoegdheid aan de burgemeester. De vraag is of wij niet eens in algemene zin eerst naar het takenpakket van de burgemeester moeten kijken.

(...)

Blz. 103

Minister Ter Horst: Vervolgens een opmerking over het visietraject. Inderdaad is afgesproken - ik meen dat dit naar aanleiding van het COT-rapport gebeurd is - dat er een visie ontwikkeld zou worden op de bevoegdheden van de burgemeester. De afspraak is ook gemaakt dat dit in samenspraak met de VNG en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters zou gebeuren. Die visie komt inderdaad dit najaar, zoals de heer Rehwinkel al zei. Die visie richt zich op de brede burgemeestersportefeuille op het vlak van openbare orde en veiligheid. In het kader van die visie zullen de volgende vragen aan de orde komen. Wat mag er van de burgemeester worden verwacht? Wat moet er van de burgemeester worden verwacht? Om welke bevoegdheden gaat het? Uiteraard zullen wij die visie van het kabinet aan het parlement ter beschikking stellen, dus dat betekent dat ook de Eerste Kamer daar kennis van kan nemen. Als men daar met welk lid van het kabinet dan ook over wil spreken, dan is dat natuurlijk altijd mogelijk.

(...)

Wij kunnen in ieder geval toezeggen dat wij zo snel als mogelijk met de Kamers zullen spreken over de visie. Ik denk dat zowel de Tweede als de Eerste Kamer daar behoefte aan heeft.


Brondocumenten


Historie