T00856

Toezegging Verhoging rechtsbescherming (30.657)



De minister van Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van moties van de leden Dölle en Duthler, toe binnen een jaar na inwerkingtreding van de wet te bekijken hoe de rechtsbescherming kan worden verhoogd.


Kerngegevens

Nummer T00856
Status voldaan
Datum toezegging 30 september 2008
Deadline 1 januari 2015
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden mr. dr. A.W. Duthler (Fractie-Duthler)
prof.mr.drs. A.H.M. Dölle (CDA)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen huisverbod
rechtsbescherming
Wet tijdelijk huisverbod
Kamerstukken Wet tijdelijk huisverbod (30.657)


Uit de stukken

Handelingen I 2007-2008, nr. 2

Blz. 109

Minister Hirsch Ballin: (...) Wat de vraag betreft of aanvullende rechtsbescherming wenselijk is, denk ik dat wij met name de aandacht kunnen richten op de situatie van een verlenging van het huisverbod, dus na tien dagen. Ik kreeg uit de bijdrage van de heer Dölle in eerste termijn de indruk dat hij daarop ook doelde.

De heer Dölle (CDA): In de zin dat de rechtsbescherming gekoppeld is aan de crisisinterventie zelf, uiteraard niet vooraf, maar achteraf en als dat lastig is, dan bij de verlenging.

Minister Hirsch Ballin: Dan denk ik dat wij elkaar goed begrijpen. Dit is een wezenlijk onderscheid. Ongeacht wie het besluit neemt: een crisisinterventie is gericht op een crisis en moet dus niet in langdurige procedures zijn vervat. Er moet rechtsbescherming zijn, maar het systeem voor de crisisinterventie als zodanig moet zijn dat het bevoegd orgaan, volgens het wetsvoorstel de burgemeester, beslist dat het onmiddellijk kan worden toegepast voordat het te laat is. Vandaar de strikte toepassingsvoorwaarden van ''ernstig en onmiddellijk gevaar''. Bij de verlenging ontstaat een andere situatie. Wij zijn graag bereid om te bezien, zoals in de motie met deze toelichting wordt gevraagd, op dat punt tot een andere procedure met verhoogde rechtsbescherming te komen.

(...)

Ik denk dat het mogelijk is - ik zeg dat ook graag toe - om binnen een jaar na de inwerkingtreding van de wet uw Kamer te berichten tot welke conclusie wij op dit punt zijn gekomen. Het zou te ver gaan om toe te zeggen dat inclusief de voorbereiding van een wetsvoorstel, behandeling in de ministerraad en advisering door de Raad van State binnen een jaar een dergelijke wettelijke regeling gereed zal zijn voor indiening. Maar ik zeg u graag toe dat wij u binnen een jaar berichten over onze conclusie en of wij dat zullen uitwerken in een wetsvoorstel. Ik neem aan dat ik voldoe aan de bedoelingen van beide moties met de toezegging dat wij op dit punt bij de verlenging van de maatregel tot verhoogde rechtsbescherming terug zullen komen, wat inderdaad een beoordeling vereist zoals de heer Dölle net vroeg op het moment waarop die verlenging aan de orde is, dus ex nunc. In combinatie daarmee lijkt het mij dat wij met onze toezeggingen aan de  bedoelingen van de moties kunnen voldoen.


Brondocumenten


Historie