T00871

Toezegging Schoolbesturen uitgesloten van het RPO (31.310)



De staatssecretaris zal bij de evaluatie van de Wet voorzieningenplanning scholen (31310) het punt van schoolbesturen die tegen hun wil zijn uitgesloten van het RPO bekijken en (indien voorkomend) situaties in beeld brengen waarin het mis is gegaan.


Kerngegevens

Nummer T00871
Status voldaan
Datum toezegging 1 juli 2008
Deadline 1 januari 2014
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris I van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Huidige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden drs. M.Y. Linthorst (PvdA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen schoolbesturen
voorzieningenplanning
Kamerstukken Modernisering, vereenvoudiging en beperking van de wettelijke regels over de voorzieningenplanning bij scholen (31.310)


Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2007-2008, nr. 36, blz. 1494-1501

Blz. 1498/99

(...)

Mevrouw Linthorst (PvdA): Begrijp ik de staatssecretaris goed dat als een schoolbestuur tegen zijn zin wordt uitgesloten van een RPO, er dan geen beroepsmogelijkheden zijn en dat er alleen een mogelijkheid is voor het stichten van een nevenvestiging via een U-bochtconstructie, waarbij eerst een nieuwe school gesticht wordt, die vervolgens omgezet wordt in een nevenvestiging?

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Dat is inderdaad het geval. Dat zit in het feit dat wij ernaar streven dat scholen met elkaar een regionaal arrangement aangaan en dat er inderdaad een bepaalde bodem ligt voor het aantal scholen dat mee moet doen, namelijk 60% van het aantal scholen en 65% van het aantal leerlingen. Dat bij elkaar vormt een stevig draagvlak in de desbetreffende gemeente. Aan de andere kant geldt - en dat vind ik heel belangrijk - dat één school niet het regionaal arrangement kan torpederen. Dat is uiteindelijk het evenwicht dat wij zoeken in deze wetgeving en dat, kijkend naar de experimenteerperiode van de afgelopen

tijd, ook niet tot problemen heeft geleid.

Mevrouw Linthorst (PvdA): Ik zal er nog één opmerking aan wijden, dan geef ik het op. Regelingen tref je niet omdat je verwacht dat de zaak misgaat. Een regeling tref je om te voorkomen dat het misgaat. Mijn fractie en die van D66 zijn er absoluut niet van overtuigd dat schoolbesturen elkaar een hak willen zetten. Maar er kan zich een situatie voordoen waarin één schoolbestuur tegen zijn zin wordt uitgesloten van een RPO. Wij vinden het onverteerbaar dat er dan geen enkele beroepsmogelijkheid is. Dat zou er juist voor pleiten om de provincie of de gemeente - dat heeft bij de regionale arrangementen heel goed gewerkt - een positie te geven, zodat zij als een soort wijze buitenstaander de rol van procesbegeleider op zich kunnen nemen. Er is een verschil tussen wantrouwen - want dat heb ik niet - en een gezond risicobeheer.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Natuurlijk heb ik daarover nagedacht. Maar op basis waarvan zou ik een verstandige toets van het regionaal overleg moeten doen? Verder ligt binnen de regio een sterke prikkel om met elkaar samen te werken. In de oude situatie kon men buiten een regionaal arrangement een vbo-afdeling stichten als het leerlingpotentieel was aangetoond, en dat blijft zo. Buiten een RPO kan een vbo-afdeling worden gesticht. De normen van het leerlingpotentieel zijn in dat opzicht niet gewijzigd. Voor een nevenvestiging kan dat wel, maar dan moet een iets hoger percentage worden behaald, maar dat is het mij waard. Op regionaal niveau ontstaat dan immers een prikkel om samen te werken en te voorkomen dat één iemand als spelbreker voor het geheel fungeert.

Mevrouw Linthorst (PvdA): Daar ben ik het helemaal mee eens. Als u vraagt op grond waarvan u die toets zou moeten doen, zou ik zeggen: op grond van het regionaal arrangement. Dat zou een heel goede prikkel voor dwarsliggende scholen kunnen zijn om over te gaan tot samenwerking.

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Dat instemmingsrecht is er niet om die reden ingekomen, maar vanwege de zorg om nevenvestigingen. Degene die heeft geëvalueerd heeft ons aangeraden de huidige situatie te handhaven. Volgens hem zijn er voldoende checks and balances. De gemeente kan altijd nog een rol spelen, want zij gaan aan tafel vanwege het op overeenstemming gericht overleg. Tot slot kan de minister worden ingeschakeld.

Gelet op de zorg die er leeft op dit punt moeten wij dit bij de evaluatie goed bekijken. Vanaf 2002 heeft het geen problemen opgeleverd, want ook toen was er geen verplichting dat iedereen mee moest doen, en het heeft ook geen procedures opgeleverd. Wij zouden dit punt heel expliciet in de evaluatie kunnen laten toetsen, daarbij de situaties in beeld brengend, om te zien waar

het mis is gegaan.

Blz. 1501

Staatssecretaris Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

[...]

Verder blijft mevrouw Linthorst zorgen houden rond de ene school die geen weg heeft voor beroep. Tot op heden is het probleem er niet. Een gemeente heeft sowieso vijf jaar de tijd voor vestiging. Om mevrouw Linthorst tegemoet te komen, zouden wij de evaluatie iets naar voren kunnen halen door deze in plaats van na vijf jaar, na drie jaar te houden. Gelet op de ervaringen tot nu toe is er geen aanleiding om te veronderstellen dat dit probleem zich voordoet, maar als wij over drie jaar met elkaar vaststellen dat mevrouw Linthorst gelijk heeft gekregen en ik niet, dan moeten wij met elkaar kijken of wij er iets aan moeten veranderen. Overigens blijft het dan moeilijk om dat te doen, omdat het lokale niveau mijns inziens de beste plek is om afwegingen te maken en alle ins en outs rondom prognoses etc. te beoordelen. Natuurlijk is het niet mijn bedoeling om zaken via een U-bocht te behandelen. Ik geef alleen aan dat de facto de rechten uiteindelijk niet zo heel erg minder worden, maar dat wij wel de prikkel invoeren om mee te doen aan het regionaal arrangement dat ik zo relevant vind.


Brondocumenten


Historie