De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) van de Eerste Kamer heeft schriftelijk een reeks vragen verzonden aan minister Koenders over de effectiviteit van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. De commissie wil opheldering over de uiteenlopende effecten die het Europese landbouwbeleid en de Europese handelsrelaties met ontwikkelingslanden hebben op de Nederlandse programma's voor ontwikkelingssamenwerking. Ook afspraken die worden gemaakt in het kader van de WTO en de ondersteuning door het IMF en de Wereldbank staan mogelijk op gespannen voet met het speerpunt 'Groei en Verdeling' zoals vastgelegd in het Nederlands beleid voor ontwikkelingssamenwerking.
De Eerste Kamer wil van de minister verder weten of het oogmerk van 'economische groei' valt te rijmen met het uitgangspunt van duurzaamheid, klimaatbeheersing en 'good governance' in de landen waarop de Nederlandse hulpprogramma's zijn gericht. De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking zien in de recente financiële crisis en de herbezinning op de internationale financiële architectuur eveneens aanleiding om de doelstellingen van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking grondig tegen het licht te houden.
Tenslotte wil de Kamercommissie weten of de regering plannen heeft om de negatieve beeldvorming rond ontwikkelingssamenwerking te keren. De Eerste Kamer heeft de vragen opgesteld als voorbereiding op een algemeen beleidsdebat dat zij later dit jaar met het kabinet hoopt te voeren.
Deel dit item: