T01017

Toezegging geen specifiek boetebeleid voor onder meer belastingadviseurs en bedrijfsfiscalisten(29.702/31.124/31.700 VI)



De minister van Justitie, de heer Hirsch Ballin, zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Broekers-Knol en bij monde van regeringscommissaris Scheltema, toe dat er geen plannen zijn om bij de beboeting van medeplegers tot een specifiek beleid te ko-men dat is gericht op belastingadviseurs of bedrijfsjuristen, op het mede plegen of op het aanpakken van degenen die feitelijk de leiding hebben binnen een organisatie bij het plegen van een delict.


Kerngegevens

Nummer T01017
Status afgevoerd
Datum toezegging 23 juni 2009
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden mr. A. Broekers-Knol (VVD)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen bedrijfsjuristen
belastingadviseur
bestuurlijke boeten
medepleger
Kamerstukken Begrotingsstaten Justitie 2009 (31.700 VI)
Aanpassingswet vierde tranche Awb (31.124)
Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (29.702)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 36 – blz. 1609

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Voorzitter. Tijdens de schriftelijke voorbereiding van de Vierde tranche Awb heeft mijn fractie vragen gesteld die het terrein van het belastingrecht betreffen. Ik wil daarop in het kader van deze plenaire behandeling, mede naar aanleiding van een brief van 23 april jongstleden van de voorzitter van de Commissie wetsvoorstellen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, nader terug komen. Tijdens de parlementaire behandeling Awb in de Tweede Kamer heeft de minister wat betreft de beboeting van medeplegers van vergrijpboeten, toegezegd dat de Belastingdienst niet actief op zoek zal gaan naar medeplegers en feitelijk leidinggevers. In een uitspraak van de Hoge Raad van 22 juni 2007, BNB 2007/292, heeft de Hoge Raad geen betekenis toegekend aan de door de regering gedane toezegging bij de totstandkoming van een wet, namelijk artikel 67d Algemene wet inzake rijksbelastingen. Kan de minister de in de Tweede Kamer gedane toezegging verduidelijken, zodat daarover geen misverstand kan bestaan, de rechter ermee rekening kan houden en de sfeer tussen Belastingdienst en adviseurs niet onnodig verhard wordt? Hetzelfde geldt voor opdrachtgevers en feitelijk leidinggevers.

(…)

Wat betreft bedrijfsfiscalisten, dat wil zeggen fiscalisten die in dienst zijn bij belastingplichtigen, is de vraag of het inderdaad de bedoeling is dat bedrijfsfiscalisten privé getroffen kunnen worden met een boete op grond van de Awb, nu vrij eenvoudig kan worden aangenomen dat er sprake is van medeplegen en feitelijk leiding geven. Welke gevallen staan de minister daarbij voor ogen? Graag wil ik een reactie van de minister.

(…)

Handelingen I 2008-2009, nr. 36 – blz. 1630-1631

De heer Scheltema: Er is een aantal vragen gesteld over de mogelijkheid om een fiscale boete op te leggen, in het bijzonder aan belastingadviseurs. Ik begrijp dat er een zekere onrust is ontstaan nu in de Awb de mogelijkheid is geschapen om ook aan medeplegers boetes op te leggen. In zeker opzicht is het niet nieuw dat belastingadviseurs als medeplegers kunnen worden bejegend. Voor zover fiscaal de delicten ook via de strafrechtelijke sfeer worden afgehandeld, speelt het feit dat in de strafrechtelijke sfeer medeplegers altijd medeaansprakelijk zijn. Op die manier is er dus al sprake van de mogelijkheid om een fiscaal adviseur als medepleger te behandelen. Het is zeker niet de bedoeling om tot een specifiek beleid te komen dat is gericht op belastingadviseurs, op het mede plegen of op het aanpakken van degenen die feitelijk de leiding hebben binnen een organisatie bij het plegen van een delict. Daarvoor bestaan ook geen plannen. Er zijn uiteraard nogal wat vereisten voordat iemand als medepleger kan worden aangemerkt. Dat betekent dat het niet heel gemakkelijk is om iemand als medepleger aan te merken. Dit neemt niet weg dat het niet is uitgesloten dat een belastingadviseur als medepleger wordt beschouwd als er duidelijk sprake van is dat hij medepleger is.

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Ik acht de heer Scheltema heel hoog. Hij doet echter een toezegging die van belang is. Mag ik daarom van de minister horen of hij deze toezegging onderschrijft?

Minister Hirsch Ballin: Zeker onderschrijf ik deze toezegging.

(…)

Mevrouw Broekers-Knol (VVD): Is de heer Scheltema nog ingegaan op de vraag over de bedrijfsfiscalisten? Wat is hun positie?

De heer Scheltema: Ik heb bedoeld te zeggen dat, net zo goed als er geen beleid in voorbereiding is of geen plannen bestaan om specifiek iets te doen voor belastingadviseurs in verband met het feit dat medeplegen mogelijk is geweest, hetzelfde geldt voor bedrijfsjuristen. Misschien kan deze toezegging ook door de minister worden onderschreven.

Minister Hirsch Ballin: Voorzitter. Voor alle duidelijkheid: Ik neem graag de volledige verantwoordelijkheid voor elk woord dat de Regeringscommissaris hier vanmiddag spreekt of zal spreken.


Brondocumenten


Historie

  • 12 september 2017
    nieuwe status: afgevoerd
    Voortgang:
  • 7 juni 2011
    nieuwe commissie: commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
  • 7 juni 2011
    commissie vervallen: commissie voor Justitie (Just.)
  • 14 oktober 2010
    nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Veiligheid en Justitie
  • 14 oktober 2010
    verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Justitie
  • 23 juni 2009
    nieuwe status: openstaand
  • 23 juni 2009
    toezegging gedaan