T01037

Toezegging Lijst apparaten t.b.v. onderzoek doorlaatwaarde (31.320/31.374)



De minister van Economische Zaken zegt de Kamer toe, naar aanleiding van een opmerking van het lid Doek, in overleg met de energiebedrijven en de installatiebureaus een lijst van apparaten of combinaties van apparaten op te stellen die een onderzoek door een installateur naar capaciteitsverlaging wenselijk maken, opdat afnemers zelf beter kunnen beoordelen of een dergelijk onderzoek nodig is.


Kerngegevens

Nummer T01037
Status voldaan
Datum toezegging 24 maart 2009
Deadline 1 januari 2010
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden drs. H.A. Doek (CDA)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Kamerstukken Verbetering werking elektriciteits- en gasmarkt (31.374)
Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (31.320)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 26 – blz. 1321

De heer Doek (CDA):

Ik kom te spreken over de introductie van het capaciteitstarief. De redenen voor de invoering van het capaciteitstarief zijn door de minister in diverse stukken uitvoerig toegelicht. De invoering op zich wordt door onze fractie onderschreven. Maar ik constateer, waarschijnlijk samen met andere woordvoerders, dat de communicatie over deze invoering beneden alle peil is geweest. Ik kom er in dit debat nadrukkelijk op terug, omdat door deze werkwijze het draagvlak voor overheidsmaatregelen onzes inziens negatief wordt beïnvloed. Ook de minister heeft blijkbaar onderkend dat een en ander niet goed is gegaan. Eindelijk verscheen op 11 maart jongstleden de brief van de minister met voorstellen om de gevolgen voor een aantal categorieën te verlichten. Het moet de CDA-fractie van het hart dat de wijze van aanpak van de gesignaleerde problemen op ons overkomt als geknutsel. De wijze van aanpak is daarenboven zo gecompliceerd dat wij ons serieus afvragen hoe dit aan de gebruikers is uit te leggen en voorts op enig begrip zou kunnen rekenen. Tevens kan worden geconstateerd dat de voorgestelde extra heffingen op de niet-getroffen gebruikers in strijd is met het uitgangspunt van de capaciteitsheffing om een einde te maken aan de socialisering van een deel van de

kosten. Een heikel punt blijft dat, ondanks een laag tarief van € 50 exclusief btw voor een capaciteitsverlaging, de gebruiker wel degelijk eerst een installateur zal moeten laten komen om te beoordelen of een verkleining van de capaciteit mogelijk is. Gezien de normale voorrij- en uurtarieven zal hier doorgaans een veelvoud mee zijn gemoeid.

Blz.1357

Minister van der Hoeven:

Dan de vraag over de eerbiedigende werking van aansluitingen zonder verblijfsfunctie. Ik begrijp dat de heer Doek zoekt naar de effectiefste oplossing. Het was inderdaad mogelijk geweest om aansluitingen zonder verblijfsfunctie ook tijdelijk volledig te compenseren via de energiebelasting. Echter, dan zouden de meeste aansluitingen zonder verblijfsfunctie wel heel zwaar overgecompenseerd worden via de energiebelasting. De Tweede Kamer heeft nadrukkelijk aangegeven dat dit niet de bedoeling is. Bovendien zou deze maatregel geen effect hebben gehad voor afnemers met een zwaardere aansluiting en een laag verbruik. Het is terecht dat afnemers hiervoor ook betalen als zij dat nodig hebben. Nogmaals, via de overgangsregeling wil ik afnemers de gelegenheid geven om na te gaan of zij de doorlaatwaarde van hun aansluiting niet kunnen verlagen. Ook voor woningen met een warmtepomp biedt het tijdelijk behandelen van aansluitingen zonder verblijfsfunctie als aansluiting met een gebruiksfunctie geen oplossing. Woningen met een warmtepomp hebben immers een verblijfsfunctie en dreigen door een zwaardere aansluiting en een lager energieverbruik er toch op achteruit te gaan. Ik denk dat ik met de huidige oplossing zo veel mogelijk aan alle vragen tegemoetkom.

De heer Doek vroeg voorts naar de kosten van het onderzoek. Hij vond dit een heikel punt. Het is een misvatting dat door het verlagen van de doorlaatwaarde van een aansluiting altijd een onderzoek door een installateur nodig is. Het komt nogal eens voor dat mensen in een pand wonen dat vroeger een bedrijfsbestemming had. Vaak is men zich helemaal niet bewust van een zwaardere aansluiting. Tot nu toe was dat ook helemaal geen probleem. Er waren immers geen of slechts geringe meerkosten aan verbonden. Als sprake is van normaal huishoudelijk gebruik en geen apparaten met een hoog stroomverbruik zoals een lasapparaat of een elektrische hoofdverwarming gebruikt worden, dan kan de afnemer zonder nader onderzoek de doorlaatwaarde van zijn aansluiting laten verlagen. Als er twijfel is, is het wenselijk om een installateur in te schakelen. De netbeheerder kan alleen constateren dat er sprake is van een zwaardere aansluiting en een relatief laag verbruik. Hij heeft geen zicht op leefwijze of op apparatuur achter de meter en kan dus ook niet beoordelen of de afnemer de doorlaatwaarde ook echt nodig heeft. Er zijn kosten verbonden aan een onderzoek, dat klopt. Het gaat om een bedrag tussen € 100 en maximaal € 150. Een afnemer moet zelf laten nagaan of en door wie hij dit onderzoek wil laten uitvoeren. In overleg met de energiebedrijven en de installatiebureaus zal ik een lijst van apparaten of combinaties van apparaten opstellen die een onderzoek door een installateur wenselijk maken, opdat afnemers zelf beter kunnen beoordelen of een dergelijk onderzoek nodig is.


Brondocumenten


Historie