Dit voorstel van rijkswet regelt de inrichting, organisatie, het gezag en het beheer van de politie van Curaçao, Sint Maarten, van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het kader van de wijziging van de staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk. Met dit voorstel wordt de samenwerking vereenvoudigd doordat agenten van de drie korpsen bevoegd en inzetbaar zijn in zowel Curaçao, Sint Maarten als op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Met dit voorstel komt er een gemeenschappelijke voorziening politie die personeel en middelen levert aan de korpsen voor in iedergeval de huidige taken. Dit voorstel verplicht tot het treffen van onderlinge regelingen die garanderen dat overal dezelfde ambtsinstructie geldt, de kwaliteitscriteria en opleidings- en trainingseisen gelijk zijn, de basisuitrusting dezelfde is en politiegegevens in praktijk uitwisselbaar zijn.
Dit wetsvoorstel maakt deel uit van het pakket van wetsvoorstellen die zijn ingediend in het kader van de staatkundige vernieuwing van het Koninkrijk (31.568).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.019 (R1886), A) is op 15 april 2010 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en het lid Verdonk stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 juli 2010 zonder stemming aangenomen.
ingediend
18 juli 2009titel
Regeling van de inrichting, de organisatie, het gezag en het beheer van de politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de onderlinge samenwerking tussen de politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
-
1.Op het tijdstip waarop de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (32.213 (R1903)) in werking treedt, met uitzondering van artikel 39, vierde en vijfde lid.
-
2.Bij koninklijk besluit wordt het tijdstip vastgesteld waarop artikel 39, vierde lid, respectievelijk artikel 39, vijfde lid, in werking treedt. Dit tijdstip is gelegen op het moment dat de bescherming van persoonsgegevens in Curaçao en Sint Maarten afdoende is geregeld.
-
3.Artikel 57a vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De voordracht voor het koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan acht weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten is overgelegd.
-
-voor elk van de landen beschikt de Procureur-generaal over een landsrecherche ten behoeve van integriteitsonderzoeken waarvan de rechercheurs onderling inzetbaar zijn;
-
-de Rijks Ministerraad stelt de begroting voor de gemeenschappelijke politie vast;
-
-aan het jaarplan liggen criminaliteitsbeeldanalyses van de Procureur-generaal ten grondslag;
-
-de directeur van de gemeenschappelijke politie is niet ondergeschikt aan de korpschefs; hij ziet toe op een juiste inzet van het personeel van de gemeenschappelijke voorziening politie en is verantwoordelijk voor hun kwaliteit.
-
25 oktober 2012
Schriftelijke beantwoording vragen begrotingsbehandeling H IV : Schriftelijke antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op vragen gesteld in de eerste termijn vande behandeling van de begroting van Koninkrijksrelaties (33400-IV) Handelingen TK 2012/2013, nr. 15, item 13, blz. 78-81 -
-
6 juli 2010
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2009/2010, nr. 36, blz: 1594-1611 -
-
2 juli 2010
brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ter aanbieding van de ontwerp-Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten EK 32.017 (R1884) / 32.018 (R1885) / 32.019 (R1886) / 32.020 (R1887) / 32.026 (R1888) / 32.041 (R1890) / 32.178 (R1898) / 32.179 (R1899) / 32.186 (R1901) / 32.213 (R1903), E Bevat bijlage -
-
25 juni 2010
verslag van een schriftelijk overleg van de commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de vaststelling van een nieuw amvrb uiterlijk op 2 juli 2010 EK 32.017 (R1884) / 32.018 (R1885) / 32.019 (R1886) / 32.020 (R1887) / 32.026 (R1888) / 32.041 (R1890) / 32.178 (R1898) / 32.179 (R1899) / 32.186 (R1901) / 32.213 (R1903), D -
-
22 juni 2010
nota naar aanleiding van het verslag EK 32.017 (R1884) / 32.018 (R1885) / 32.019 (R1886) / 32.020 (R1887) / 32.026 (R1888) / 32.041 (R1890) / 32.178 (R1898) / 32.179 (R1899) / 32.186 (R1901) / 32.213 (R1903), C -
15 juni 2010
verslag commissie Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (NAAZ) EK 32.017 (R1884) / 32.018 (R1885) / 32.019 (R1886) / 32.020 (R1887) / 32.026 (R1888) / 32.041 (R1890) / 32.178 (R1898) / 32.179 (R1899) / 32.186 (R1901) / 32.213 (R1903), B -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-