Dit voorstel van rijkswet regelt de goedkeuring van Protocollen van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en van Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224). Hiermee worden de mogelijkheden om op te treden bij misdrijven tegen de directe veiligheid van schepen op volle zee en van vaste platforms op het continentaal plat verbeterd.
Deze protocollen, van de Internationale Maritieme Organisatie, regelen onder andere de strafbaarstellingen van het gebruik van schepen bij het voorbereiden en plegen van terroristische aanslagen, het helpen van terroristen bij het vluchten na een aanslag, het gebruik van een schip als wapen en het ongeautoriseerd vervoer per schip van massavernietigingswapens. verder wordt bevoegheid geregeld om op volle zee schepen te "boarden" die onder vreemde vlag varen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 32.256 (R1906), nr. 2) is op 30 september 2010 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 oktober 2010 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
9 december 2009titel
Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
- staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.