Dit wetsvoorstel voegt aan de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek de mogelijkheid toe om een leraren te benoemen in het voortgezet onderwijs. Het gaat om de bevoegdheid om les te geven in het middelbaar algemeen voorgezet onderwijs (mavo) en de eerste drie jaren van het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Hiermee wil de regering bij studenten belangstelling wekken voor het beroep van leraar.
Met dit voorstel krijgen universiteiten de mogelijkheid om een educatieve minor aan te bieden dat leidt tot een onderwijsbevoegdheid. Met deze opleiding kunnen minorstudenten in één jaar een tweedegraads lesbevoegdheid krijgen voor de mavo, en de onderbouw van de havo en het vwo.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 32.270, nr. 2) is op 30 maart 2010 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, SGP en CDA stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 april 2010 als hamerstuk afgedaan. De fractie van SP is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 185 van 26 mei 2010.
ingediend
22 december 2009titel
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het uitbreiden van de mogelijkheden om tot leraar te worden benoemd in het voortgezet onderwijsschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.