T01147

Toezegging Overgangsregeling voor studenten (31.821)



De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Laurier, toe dat de koepels en de studenten afspraken hebben gemaakt, waarbij de minister ervan uit gaat dat deze worden nagekomen, of dat er nieuwe afspraken gemaakt worden. De instellingen moeten tijdig wijzigingen onder studenten kenbaar maken. Voor studenten zal altijd een overgangsbepaling in het leven worden geroepen, als zij hun keuze gebaseerd hebben op het convenant zoals het gold.


Kerngegevens

Nummer T01147
Status voldaan
Datum toezegging 26 januari 2010
Deadline 1 december 2010
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden drs. J.P. Laurier (GroenLinks)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen collegegelden
convenanten
overgangsregeling
Kamerstukken Versterking besturing bij instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (31.821)


Uit de stukken

Handelingen I 2009-2010, nr. 16 – blz. 679

De heer Laurier (GroenLinks):

[…]

Onbevredigend waren de antwoorden over het convenant. Het lijkt wel een partijtje poker om de bekostiging. De minister zegt het convenant inhoudelijk eigenlijk toe te juichen. Het behoud van het convenant is hem zelfs een extra subsidie waard. Na het voorbehoud in de laatste brief van de HBO-raad kan wat hem betreft van eventuele wijzigingen pas sprake zijn na drie jaar. Als partijen het convenant voortijdig zouden opzeggen of schenden, dan kan hij nog altijd een AMvB overwegen, zo zegt hij. Klaarblijkelijk staat hij uitermate positief tegenover wat in het convenant wordt geregeld. Als dat zo is, blijft het merkwaardig dat je het maar voor drie jaar regelt. Wat gebeurt er dan immers met die positieve inhoud na drie jaar? En wat betekent het voor studenten? Je bent toch niet zo slim als je in het laatste jaar van je convenant nog een tweede studie ernaast gaat volgen en wij hebben het over het algemeen over briljante studenten, dus die zullen wel slim zijn. Je hebt immers onzekerheid over vragen als hoe straks de financiering zal zijn en of een en ander nog wel zal worden geregeld in een convenant. De minister is terughoudend in het geheel. Hij laat het conform de verantwoordelijkheidsverdeling eerder aan partijen over. De verwarring over het convenant is dus eerder toegenomen dan verminderd.

Handelingen I 2009-2010, nr. 16 – blz. 68, 683

Minister Plasterk:

[…]

In reactie op de heer Laurier nog het volgende. Wat betekenen studenten die een tweede studie volgen voor het convenant? De koepels en de studenten hebben afspraken, waarbij ik ervan uitga dat deze worden nagekomen, of dat nieuwe afspraken worden gemaakt.

Dat moeten we dan bezien in het kader van de evaluatie die dan heeft plaatsgevonden. De instellingen moeten uiteraard tijdig wijzigingen onder studenten kenbaar maken. Ik kan mij voorstellen dat dat geen onverwachte effecten heeft voor mensen die hun keuze hebben

gebaseerd op het convenant zoals het gold. Daar zal altijd een overgangsbepaling voor in het leven worden geroepen. Nogmaals, ik wil me niet te veel deelgenoot van het convenant maken, maar het lijkt mij wel in de rede liggen dat je mensen niet over drie jaar onverwacht confronteert met iets wat ze niet wisten toen ze hun keuze maakten. Dat is meer een opvatting die ik hier en nu meegeef, dan iets anders. Overigens heeft de medezeggenschap altijd het adviesrecht op het gebied van het instellingscollegegeld. Daar kan dus ook nog serieus naar worden gekeken.


Brondocumenten


Historie