T01211

Toezegging Evaluatie van de wet (31.831)



De minister voor Jeugd en Gezin, zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dupuis, toe de wet- die geen evaluatiebepaling bevat -  binnen een termijn van 5 jaar te evalueren.


Kerngegevens

Nummer T01211
Status voldaan
Datum toezegging 15 juni 2010
Deadline 1 juli 2017
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister voor Jeugd en Gezin
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden prof.dr. H.M. Dupuis (VVD)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen evaluaties
Kinderombudsman
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Arib Wet Kinderombudsman (31.831)


Uit de stukken

Handelingen 15 juni 2010, EK 32, blz. 1373-1376; 1385-1391

Blz. 1373

Mevrouw Dupuis (VVD)

Wij hebben ook nog een vraag over de evaluatie. Hoe het allemaal zal gaan, is eigenlijk nog vrij vaag. Wij vragen ons dan ook af of er wordt geëvalueerd en of wij bijvoorbeeld na twee jaar een evaluatie kunnen verwachten waaruit duidelijk wordt hoe hieraan is gewerkt, wat er is gedaan en of de zaak begint te lopen.

Blz. 1389

Minister Rouvoet:

Mevrouw Dupuis heeft nog een vraag gesteld over de evaluatie. De initiatiefneemster heeft gezegd dat zij zich daarbij veel kan voorstellen. Dat geldt uiteraard ook voor de regering. Ik meen echter niet dat dit al na twee jaar moet gebeuren. Dat vind ik eerlijk gezegd aan de korte kant, maar dat kunnen we nog wel bekijken. Het wetsvoorstel bevat geen evaluatiebepaling. Normaal wacht men een periode van een jaar of vijf af alvorens zo’n wet te evalueren. Bovendien komt er een nieuwe rapportage van het VN-Comité inzake de rechten van het kind; evaluatie zal daar zeker onderdeel van uitmaken. Op zichzelf lijkt het mij verstandig om te kijken of het functioneert zoals wij hadden gedacht en gehoopt dat het zou functioneren. Daarover bestaat dus, denk ik, geen verschil van mening.


Brondocumenten


Historie