T01259

Toezegging De regering treedt in contact met de ondernemingsorganisaties van de BES-eilanden (32.189/32.190/32.276)



De staatssecretaris van financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Doek (CDA), toe in contact te treden met de ondernemingsorganisaties van de BES-eilanden om mogelijke misverstanden die bestaan over de algemene bestedingsbelasting en de werkgeverspremies weg te nemen, naar aanleiding van de brief van de Kamer van Koophandel en de bedrijfsgemeenschap op Saba en Sint-Eustatius.


Kerngegevens

Nummer T01259
Status voldaan
Datum toezegging 14 december 2010
Deadline 1 januari 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden drs. H.A. Doek (CDA)
Commissie commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Kamerstukken Invoeringswet fiscaal stelsel BES (32.276)
Douane- en Accijnswet BES (32.190)
Belastingwet BES (32.189)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 11 – blz. 6

Doek (CDA):

Pas vanochtend bereikte mij per mail een brief van de Saba Business Association samen met de Kamer van Koophandel van Saba en Sint-Eustatius. Deze brief heeft mij en waarschijnlijk ook andere woordvoerders toch enigszins verontrust. Wij hadden uit de parlementaire behandeling tot nu toe de indruk gekregen dat een en ander in goed overleg met het bedrijfsleven et cetera en de daarvoor aangewezen gremia tot stand was gekomen. Uit deze brief zou je de indruk kunnen krijgen dat dit toch niet zo ervaren is op Saba en Sint-Eustatius. Ik zou de staatssecretaris willen vragen om straks in zijn termijn nog even aandacht te schenken aan hetgeen in deze brief wordt gesteld. Hieruit blijkt namelijk grote verontrusting. De wet is nu eenmaal zoals die is, maar in dit kader is het misschien ook verstandig om goed in de gaten te houden of er erg negatieve effecten optreden op deze eilanden en of dat eventueel aanleiding zou behoren te geven tot aanpassing op niet al te lange termijn. Ik hoor graag de reactie van de staatssecretaris.

Handelingen I 2010-2011, nr. 11 – blz. 16

Staatssecretaris Weekers:

De CDA-fractie vraagt naar de mate van overleg met de BES-eilanden en verwijst naar de brief van het bedrijfsleven van Saba en Sint-Eustatius. Er bestaan kennelijk veel misverstanden over de ABB bij ondernemers op Saba en Sint-Eustatius. Gedurende het proces van begin 2007 tot eind oktober 2009 heeft tienmaal overleg plaatsgevonden met de vertegenwoordigers van de BES-eilanden. Mijn ambtsvoorganger is in januari 2009 langs alle eilanden geweest en heeft daar gesproken met bestuurders, adviseurs en bedrijven. Daarna zijn in het bijzonder de bestuurders van Saba en Sint-Eustatius in oktober 2009 in Den Haag geweest om met mijn ambtsvoorganger te spreken. Pas daarna zijn de wetsvoorstellen ingediend. Op 8 september jongstleden heeft een hoorzitting plaatsgehad met de besturen van de BES-eilanden. Zij lieten toen weten achter de voorstellen te staan. De boodschap was: afspraak is afspraak. Tot de ontvangst van de brief die wij vandaag hebben binnengekregen, werd er dan ook van uitgegaan dat de besturen van de BES-eilanden voor de hele gemeenschap spraken. Ik betreur zeer dat het voor het bedrijfsleven op Saba en Sint-Eustatius ten aanzien van enkele punten nu blijkbaar niet het geval is. Ik loop de punten langs. De Saba Business Association en de St. Eustatius Business Association brengen twee onderwerpen naar voren in hun brief, namelijk de algemene bestedingsbelasting en de werkgeverspremies. Ik begin met de ABB. Op dit moment bestaat er een sterk cumulerende belasting op bedrijfsomzetten, de bbo, van 3%. Dat is nog het geval tot 1 januari. Hierdoor kan de druk bij meerdere schakels sterk oplopen; het cumuleert per schakel. Sint-Maarten is overigens van plan de bbo per 1 januari 2011 te verhogen naar 5%. Dan kom ik bij de nieuwe situatie. De nieuwe ABB kent in beginsel een algemeen tarief van 8%, maar vanwege de verschillende startposities zal de ABB op Statia en Saba voorlopig 6% bedragen. Hierdoor wordt juist rekening gehouden met het feit dat op Saba en Statia nu geen invoerrechten worden geheven. De ABB kent drie belastbare feiten. In de eerste plaats de heffing bij de invoer van goederen, in de tweede plaats de heffing bij de lokale productie van goederen en in de derde plaats de heffing bij de lokale dienstverlening. Ik blijf hierna stilstaan bij de heffing bij de invoer van goederen en de heffing bij de lokale dienstverlening. Daar stelt het bedrijfsleven van de twee eilanden namelijk vragen over. Er komt wel een ABB-heffing bij de invoer van goederen, maar na de invoer hoeft de winkelier over zijn verkopen aan de consument geen ABB meer in rekening te brengen. Er treedt dus geen cumulatie op, er is sprake van eenvoud en de marge van de winkelier blijft onbelast. Er zal geen dubbele ABB-heffing plaatsvinden over de lokale transportkosten voor het vervoer van ingevoerde goederen naar de lokaal afnemende winkelier. De douane zal ervan uitgaan dat de in de douanewaarde opgenomen vervoerskosten alleen gelden voor de kosten ″tot na invoer lossen van goederen op de kade″. Hierover is altijd helder gecommuniceerd. In de stukken staat meerdere malen vermeld dat bij de invoer van goederen ABB zal worden geheven, dus ook op Saba en Statia. Ik herken mij dan ook niet in het beeld dat het beestje niet bij de naam genoemd zou zijn. De bbo in Sint-Maarten kent een vrijstelling voor exportondernemers; in de nieuwe situatie zijn Statia en Saba derde landen. De export vanuit Sint-Maarten naar die eilanden zou dus in principe ook vrij van bbo kunnen geschieden. Voor de particuliere inwoner van de BES-eilanden geldt daarnaast een reizigersvrijstelling van $175. Dan kom ik bij de ABB over de dienstverlening. Net als onder de bbo zijn in de ABB alle diensten belast, maar is het aantal vrijstellingen uitgebreid. Anders dan in de brief wordt suggereerd, is er nooit gesuggereerd dat het bij de heffing van de ABB maar om een paar diensten zou gaan. Ook een restaurantdienst is uiteraard een met de ABB te belasten dienst. De restauranthouder moest voorheen ook bbo betalen over zijn omzet en de bbo over zijn inkopen en over de marge van zijn leverancier was niet aftrekbaar. Dat leidde tot een behoorlijke cumulatie. Door de systematiek van de ABB is, zoals uit berekeningen gebleken, de daarbij behorende optredende cumulatie buitengewoon gering. Kijkend naar het algemeen doel: het nieuwe fiscale stelsel BES beoogt een verschuiving van directe naar indirecte belastingen. De directe belastingen worden verlaagd, ook die op de lonen. De traditionele winstbelasting wordt, tot groot verdriet van sommige hier aanwezige partijen, achterwege gelaten. Dat is gedaan als tegenwicht tegen mogelijke prijsstijgingen. Het ene is wat meer en het andere is wat minder. Voor verzekeringen geldt in beginsel ook het algemene ABB-tarief van 6%, maar omdat de provisie van verzekeringstussenpersonen vanwege de eenvoud is vrijgesteld van ABB, is het ABB-tarief voor verzekeringen op 7% gesteld. Dat correspondeert met een ABB-druk van 6% op de totale kosten.

Handelingen I 2010-2011, nr. 11 – blz. 20

Doek (CDA):

Ik dank de staatssecretaris voor de uiteenzetting rond de brief van de Kamer van Koophandel en de bedrijfsgemeenschap op Saba en Sint-Eustatius. Mag ik de staatssecretaris toch vragen om onze Nederlandse vertegenwoordiger of iemand van de Belastingdienst de moeite te laten nemen om contact op te nemen met de groeperingen die deze brief hebben geschreven? Weliswaar ben ik zeer gerustgesteld door de antwoorden van de staatssecretaris ter zake, maar wellicht is het toch verstandig om dit nog eens in een persoonlijk onderhoud toe te lichten.

Handelingen I 2010-2011, nr. 11 – blz. 23

Staatssecretaris Weekers:

De heer Doek heeft mij gevraagd om contact op te nemen met ondernemingsorganisaties van de BES-eilanden, mede naar aanleiding van hun brief. Het lijkt mij zinvol om dat te doen, al was het maar om mogelijke misverstanden weg te nemen en andermaal aan te geven dat wij dit in het verleden ook hebben uitgedragen. Het is natuurlijk goed om met hen in gesprek te treden.


Brondocumenten


Historie