T01268

Toezegging De regering zal de bekostiging van het onderwijs en de sociale vorming op de BES-eilanden evalueren (32.419)



De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Ten Horn (SP), toe dat de regering voor de zomer de bekostiging van het onderwijs en de sociale vorming op de BES-eilanden zal evalueren. Er zal worden bekeken of de bekostiging voor het aantal leerlingen op school voldoende is. Mochten er een groot aantal jongeren deelnemen aan de sociale vormingsplicht, dan zal de regering op zoek gaan naar een passende oplossing.


Kerngegevens

Nummer T01268
Status voldaan
Datum toezegging 1 februari 2011
Deadline 1 januari 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden dr. G.H.M.M. ten Horn (SP)
Commissie commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen bekostiging
Caribisch Nederland
onderwijs
sociale vormingsplicht
Kamerstukken Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – B (32.419)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 16, item 3, blz. 9

Ten Horn (SP):

Ik constateer een enorme discrepantie tussen de kwalificatieplicht en de middelen. Er is nauwelijks ingegaan op de vraag hoe het middelbaar onderwijs aan 16- en 17-jarigen financieel wordt doorvertaald. En misschien heeft de minister extra tijd nodig om ook mijn getallen rondom sociale vormingsplicht door te rekenen. Ik moet bekennen dat ik niet heb nagekeken of er in de onderwijsbegroting voldoende middelen zijn gereserveerd voor de 16- en 17-jarigen, als zij inderdaad netjes naar school gaan en de kwalificatieplicht nakomen. Het is belangrijk om voor afronding van dit debat te weten of de minister kan toezeggen dat er in ieder geval voldoende middelen voor de scholen zullen zijn om de 16- en 17-jarigen onderwijs te geven.

De sociale vormingsplicht in de zin van de sociale kanstrajecten begint overigens pas vanaf 18 jaar. Ik hoop niet dat de minister de € 800.000 die daarvoor is gereserveerd ook wil gaan gebruiken voor onderwijs aan 16- en 17-jarigen. Mocht deze € 800.000 niet genoeg zijn voor de 18- tot 25-jarigen, dan zou ik graag van de minister vernemen hoe dat zal worden opgelost. Uiteraard kan ik leven met een schriftelijke afhandeling van de variatie in de getallen die we hebben aangedragen. Het gaat mij er nu meer om dat de minister de verantwoordelijkheid neemt om daadwerkelijk leerplichtige/kwalificatieplichtige jongeren tot 18 jaar te voorzien van een aanbod. En hoe gaat zij ervoor zorgen dat ze een sociaal kanstraject kunnen volgen als zij aan de deur kloppen? Als de minister vandaag kan toezeggen dat niemand op een wachtlijst zal worden gezet of helemaal geen aanbod zal krijgen, zijn we er tevreden mee als we de getallen later schriftelijk krijgen.

Handelingen I 2010-2011, nr. 16, item 3, blz. 9

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Rondom de leerplicht bestaat altijd enige verwarring. Ik moet toegeven dat de leerplicht wel direct wordt ingevoerd, maar daar hoeft geen groot probleem mee te ontstaan, want de BES-eilanden kennen nu al een leerplicht tot 18 jaar. Er komt nu een leerplicht tot 16 jaar met een kwalificatieplicht tot 18 jaar. We hebben de desbetreffende jongeren dus al in beeld. Er werd alleen te weinig gehandhaafd, maar dat gaat nu veranderen. Er zal worden betaald voor de leerlingen die deelnemen aan het onderwijs. Voor de zomer zal de bekostiging worden geëvalueerd. Daarmee houden we goed in beeld of er afdoende geld is voor het aantal leerlingen op school.

Ten Horn (SP):

Ik ben blij met dit antwoord. Het is mooi dat rekening wordt gehouden met de aantallen. Ik heb echter begrepen dat een aantal scholen ook niet beschikt over de juiste middelen en praktijklokalen. Dat zal eveneens moeten worden aangepast. Is dat tevens inbegrepen in de kosten?

Handelingen I 2010-2011, nr. 16, item 3, blz. 9-10

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Natuurlijk wordt er gekeken welke kosten voor de leerlingen worden gemaakt. Uiteindelijk moet worden bekeken welk type leerlingen op een school zit, welke bekostiging daarvoor nodig is en of deze bekostiging voldoende is voor het aantal leerlingen op de school.

Voorzitter. Het punt van de aantallen heeft wat uitzoekwerk van ons gevergd. Inmiddels hebben we contact gehad met de inspectie. Ooit heeft de inspectie aantallen opgevraagd bij de eilanden; mevrouw Ten Horn had het over 2008, meen ik. Uit nader onderzoek bleek dat de aantallen erg vervuild waren. Verder bleken ze veel lager te zijn. Voor de cijfers die ik heb aangedragen, is bekeken hoeveel mensen momenteel deelnemen aan de sociale vormingsplicht. Het gaat om 33 jongeren op Bonaire, 20 op Sint-Eustatius en 3 op Saba. Verder staan er op Saba vijf à tien in de startblokken.

Laten we het volgende afspreken. In de acht ton zijn middelen beschikbaar voor 90 mensen. We gaan dit goed volgen en houden de vinger aan de pols. Als er opeens heel veel jongeren gaan deelnemen aan de sociale vormingsplicht, zullen we bekijken hoe we dat op een goede manier kunnen oplossen. We zullen zien wat door de mensen zelf kan worden opgelost en waar extra middelen voor nodig zijn. Ik ga er vooralsnog van uit dat het beschikbare bedrag voldoende is voor de groep die er gebruik van maakt. Mocht dat veranderen, dan zullen we oplossingen zoeken, want we willen de sociale kanstrajecten een goed project laten zijn. Daarom zijn er al meer middelen beschikbaar dan nodig is voor het huidige aantal deelnemers.



Historie