T01270

Toezegging De regering zal de Kamer rapporteren hoe groene en blauwe diensten concreet en uitvoerbaar gemaakt kunnen worden(32.500 XIV en F)



De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Eigeman (PvdA), Laurier (GroenLinks), Smaling (SP) en Tiesinga (CDA), toe dat de regering aan de Kamer zal rapporteren hoe groene en blauwe diensten concreet en uitvoerbaar gemaakt kunnen worden. De regering zal hierover afzonderlijk rapporteren op het moment op het moment dat de pilots ten aanzien van het gemeenschappelijk landbouwbeleid een paar stappen verder zijn.


Kerngegevens

Nummer T01270
Status voldaan
Datum toezegging 22 maart 2011
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden drs. J.H. Eigeman (PvdA)
drs. J.P. Laurier (GroenLinks)
prof. dr. ir. E.M.A. Smaling (SP)
Mr.ir.ing. H.L. Tiesinga msc. (CDA)
Commissie commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen ecodiensten
ecosystemen
groene en blauwe diensten
Kamerstukken Begrotingsstaten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2011 (32.500 XIV)
Begrotingsstaat Diergezondheidsfonds 2011 (32.500 F)


Uit de stukken

Handelingen I 2010-2011, nr. 21, item 2, blz. 4-5

De heer Tiesinga (CDA):

Als laatste de financiering van het natuurbeleid. Het natuurbeleid kost veel geld en vergt een solide financiële onderbouwing. Onderzoeken tonen aan dat er ook veel opbrengsten zijn. Eén van de problemen is dat de kosten en opbrengsten veelal niet bij dezelfde partij terechtkomen. De financiering behelst, voor zover nodig, de aankoop, inrichting en beheer van natuurgebieden. De CDA-fractie gaat ervan uit dat de rijksoverheid ook in financiële zin verantwoordelijk is voor de herijkte ehs. De Wet inrichting landelijk gebied, de Wilg, moet als decentralisatie-instrument daarvoor op zijn effectiviteit herbeoordeeld worden. Hoe denkt de staatssecretaris daarover? Wij vragen de staatssecretaris tevens het in het buitenland gebruikte systeem van ecosysteemdiensten te ontwikkelen en te introduceren. Mogelijk kan dit via een pilot.

Zo wordt natuurproductie maatschappelijk financieel gewaardeerd. De financiering kan afgestemd worden met een verschuivend Europees budget van financiering van landbouwproductie naar plattelandsbeleid, van de eerste naar de tweede pijler.

Handelingen I 2010-2011, nr. 21, item 2, blz. 7-8

De heer Eigeman (PvdA):

Uit de bijdrage die Paul Opdam, hoogleraar aan de Wageningen University, voorheen Landbouwuniversiteit Wageningen, op de expertbijeenkomst heeft geleverd, bleek dat Nederland niet echt vooroploopt in het denken over ecodiensten. In zijn korte schets werd duidelijk dat die benadering heel passend is, juist in een bestuurlijk klimaat waarin maatschappelijke en inhoudelijke verbinding belangrijke waarden zijn. Dat is typisch Nederlands, zou je denken, hoewel je daar de laatste anderhalf jaar wel eens over twijfelt, maar ik blijf het typisch Nederlands noemen, zeker als je de vertaling ziet in een integrale benadering van natuur en landschap – de zogenaamde groenblauwe dooradering – vanuit aspecten als bedrijvigheid, water, voedsel en wonen & leven. Wat voor opbrengst is over en weer te genereren? Dit is eigenlijk het oude denken in de polder in een modern jasje. Breng die werkwijze weer tot leven, decentraal. Is de staatssecretaris bereid om eens na te gaan wat die benadering kan opleveren? Is hij vooral ook bereid om daarbij van onderop te werk te gaan, bijvoorbeeld door regionaal te experimenteren en wellicht te faciliteren, bijvoorbeeld vanuit de middelen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat prima aansluit bij het pleidooi voor een pilot op dit gebied dat collega Tiesinga hield? Misschien bestaat de kans ook om nog iets te doen in combinatie met programma's als Leren voor Duurzame Ontwikkeling en de vernieuwing van het instrumentarium op het gebied van natuur- en milieueducatie en -communicatie, ook wel duurzaamheidseducatie genoemd. Misschien is zo een nieuwe vorm van duurzaamheidseducatie te bevorderen. Educatie en communicatie maken deel uit van een wijze van sturen op processen die het mensen mogelijk maken om zelf duurzame oplossingen te genereren: duurzame ontwikkeling door participatie. Welke bijdrage in geld en kennis kunnen de verschillende veldorganisaties, maar vooral ook maatschappelijke initiatieven verwachten?

Handelingen I 2010-2011, nr. 21, item 2, blz. 9

De heer Smaling (SP):

Ik kom op mijn eerste onderwerp: natuur als breed begrip. "Natuur" neemt vele gedaantes aan. Deskundigen spraken vorige week tijdens een in deze Kamer georganiseerde expertmeeting over functionele, vitale en beleefde natuur. Waar de één geniet van "dé duinen" of "hét bos", let de ander veel meer op diversiteit van soorten. Zo was het de meer algemene natuurliefhebber Remco Campert altijd een gruwel, te worden rondgeleid door de tuin van Jan Wolkers, die elk kevertje en bloemetje, hoe klein ook, voorzag van gedetailleerd lyrisch commentaar. Natuur kan gekoppeld worden aan uiteenlopende begrippen als recreatie, bestuiving, waterberging, woongenot en biodiversiteit. Het gaat hier om ecosysteemdiensten – mijn collega's hebben die al genoemd – zoals ze ook in het Millennium Ecosystem Assessment zijn gehanteerd. Ik contrasteer hier recreatie en biodiversiteit, twee van de belangrijkste ecosysteemdiensten.

Handelingen I 2010-2011, nr. 21, item 2, blz. 16

De heer Laurier (GroenLinks):

Uit het IBO komt naar voren dat er voldoende redenen zijn om het natuurbeleid tegen het licht te houden. Wij hebben de afgelopen weken een expertmeeting gehad en daaruit kwamen eigenlijk drie oplossingsrichtingen voort. De eerste was de benadering van ecosysteemdiensten; waarden zichtbaar maken die ecosystemen voortbrengen. Daarmee wordt duidelijk dat investeringen in natuur waarden voortbrengen.

Handelingen I 2010-2011, nr. 21, item 6, blz. 52

Staatssecretaris Bleker:

Ik heb nog één punt ten aanzien van de groene en blauwe diensten, de ecodiensten. Hier wordt al jaren over gepraat, maar het uur U is een keer genaderd. Ik weet niet of het tot een pilot moet komen. We hebben immers al een aantal pilots voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid, die met name de vraag adresseren hoe je dit moet invullen en hoe het niet bij woorden blijft. We willen groene en blauwe diensten en daar willen we voor betalen. Hoe kunnen we het concreet en uitvoerbaar maken? Daar wil ik de Kamer graag afzonderlijk over rapporteren op het moment dat we met die pilots ten aanzien van het gemeenschappelijk landbouwbeleid een paar stappen verder zijn. Ik wil u die toezegging doen. De heer Eigeman, de heer Tiesinga en ook anderen hebben daar gisteren ook om gevraagd.



Historie