De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Asscher (VVD), toe in de evaluatie de vraag mee te nemen of overheden niet veelvuldig kiezen voor de vorm van een algemeen verbindend voorschrift, waardoor ondernemers het nakijken zouden hebben.
Nummer | T01285 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 22 maart 2011 |
Deadline | 1 juli 2016 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Economische Zaken (2012-2017) |
Kamerleden | drs. E. Asscher (VVD) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | Mededingingswet |
Kamerstukken | Aanpassing Mededingingswet ter invoering van gedragsregels voor de overheid (31.354) |
Handelingen I 2010/11, nr. 21 - blz. 39
Een ander zwak punt van dit wetsvoorstel schuilt in het feit dat overheden zelf kunnen bepalen welke diensten en producten worden aangemerkt als diensten van algemeen belang. Dit is misschien wel het zwakste punt van dit wetsvoorstel. De minister schrijft dat deze vaststelling moet geschieden in overeenstemming met de reguliere beslissingsprocessen. In het algemeen zal dit leiden tot een zogenaamd concretiserend besluit waartegen op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep kan worden ingesteld. Dit is slechts anders indien het besluit betreffende het algemeen belang deel uitmaakt van een besluit dat als algemeen verbindend voorschrift kan worden aangemerkt en onlosmakelijk verbonden is met de algemene normen van dat besluit. Dan is er sprake van een avv waartegen geen beroep mogelijk is bij de bestuursrechter. Dit lijkt bijna een mooie cirkelredenering. Er kan sprake zijn van een avv indien het besluit onlosmakelijk verbonden is met een besluit dat als algemeen verbindend wordt aangemerkt. Wat denkt de minister van deze redenering?
Handelingen I 2010/11, nr. 21 - blz. 70
Minister Verhagen
Ook als er sprake is van een algemeenbelangvaststelling in de vorm van een algemeen verbindend voorschrift, wat naar mijn verwachting overigens eerder uitzondering dan regel zal zijn, kan daartegen indirect worden opgekomen, bijvoorbeeld in het kader van een verzoek om nadeelcompensatie. Ik vind het inderdaad van belang om goed te bekijken of er in dezen lacunes zijn. De VVD-fractie heeft dit punt ook naar voren gebracht. Ik zal ervoor zorgen dat dit goed wordt gemonitord. In de evaluatie zal ook uitdrukkelijk de vraag worden meegenomen of overheden niet veelvuldig kiezen voor de vorm van een algemeen verbindend voorschrift, waardoor ondernemers het nakijken zouden hebben.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2010/2011, nr. 21/7, blz: 67-79
-
behandeling Handelingen EK 2010/2011, nr. 21/5, blz: 35-40
-
14 juni 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
3 juni 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
17 mei 2016
nieuwe deadline: 1 juli 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 april 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 september 2015
nieuwe deadline: 1 januari 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 september 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
27 mei 2014
nieuwe deadline: 1 juli 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 februari 2012
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Economische Zaken (2012-2017) -
17 november 2011
nieuwe deadline: 1 januari 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijks rappel toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen op 29 november 2011
EK, B
-
-
7 juni 2011
nieuwe commissie: commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) -
7 juni 2011
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken (EZ) -
22 maart 2011
nieuwe status: openstaand -
22 maart 2011
toezegging gedaan