De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kuiper (CU), toe de Kamer schriftelijk te informeren of het kabinet een nadere reactie zal geven op het WRR-rapport 'Aan het buitenland gehecht'.
Nummer | T01306 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 19 april 2011 |
Deadline | 1 januari 2013 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Buitenlandse Zaken |
Kamerleden | prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Aan het buitenland gehecht kabinetsreactie WRR-rapport |
Kamerstukken | Staat van de Europese Unie 2010-2011 (32.502) |
Handelingen I 2010/11, nr. 25, item 6, blz. 22
De heer Kuiper (ChristenUnie)
In een reactie op het WRR-rapport "Aan het buitenland gehecht" - waar ik zo-even al bij
interruptie uit citeerde - meldt de regering dat zij zich niet conformeert aan beweringen in dat rapport over de "afnemende betekenis van de natiestaat". Daarop heeft het kabinet "een andere kijk", zo wordt in de officiële kabinetsreactie gemeld. Het kabinet heeft een andere kijk op de beweringen in het WRR-rapport over de afnemende betekenis van de natiestaat. Die andere kijk wordt echter niet vermeld, maar ik ben er wel razend benieuwd naar. Graag verneem ik wat die andere kijk van de regering is.
Handelingen I 2010/11, nr. 25, item 6, blz. 43-44
Minister Rosenthal:
Dan kom ik bij een opmerking van de heer Kuiper over de relatie tussen de ontwikkelingen van de Europese Unie en de positie van de natiestaat. Collega Knapen zal overigens de vragen voor zijn rekening nemen die gaan over wel of geen soevereiniteitsoverdracht. Ik wil wel het volgende zeggen over het al dan niet afkalven van de natiestaat. De heer Kuiper refereerde aan het rapport van de WRR "Aan het buitenland gehecht". De positie van de regering is hierin als volgt. Zij zegt dat zij niet te maken heeft met een "zero-sum game", maar met een "variable-sum game". Het is en-en. Of we het leuk vinden of niet, we kunnen niet ontkennen dat in tal van opzichten de natiestaat of de hoofdzetel behoorlijk aan de bak probeert te komen, soms meer dan sommigen lief is. Als we een strategie willen voeren op Europees niveau, maar ook op mondiaal niveau, moeten we met die twee ontwikkelingen, die gezamenlijk op kunnen lopen, rekening houden. Aan de ene kant zien we de ontwikkeling naar multilateralisme, aan de andere kant zien we dat natiestaten proberen zichzelf overeind te houden, sterker nog, stevig aan bod willen komen in het internationale verkeer. Dat brengt met zich mee dat je je in je strategie niet
alleen moet richten op jouw positie in die multilaterale verbanden, maar ook op je bilaterale lijnen richting andere natiestaten. Je komt dus ook terecht in ad-hoccoalities om bepaalde zaken te kunnen doorzetten.
De heer Kuiper (ChristenUnie):
De regering zegt dat zij het niet eens is met het WRR-rapport waar daarin wordt gesproken over de afnemende betekenis van de natiestaat. Bedoelt de minister dat de natiestaat als actor volop aanwezig zal blijven?
Minister Rosenthal:
Ja.
De heer Kuiper (ChristenUnie):
U hebt er dus een andere kijk op dan de WRR. Zal die andere kijk nog een keer worden ontvouwd?
Minister Rosenthal:
Er komt nog een uitgebreide reactie van de regering op het WRR-rapport.
De heer Kuiper (ChristenUnie):
Nóg uitgebreider dan de vier pagina's die wij hebben gezien?
Minister Rosenthal:
Ja.
Handelingen I 2010/11, nr. 25, item 6, blz. 43-44
De heer Kuiper (ChristenUnie):
Voorzitter. De minister heeft toegezegd, ons iets over het begrip "natiestaat" aan te reiken in reactie op het rapport van de WRR. Ik zie daarnaar uit. Ik beschouw dit als een toezegging. Ik zou graag willen dat wij op deze manier klaarheid krijgen over het in belangrijke mate zeggenschap houden over zaken die hier spelen, zaken waarvoor een gemeenschap zelf verantwoordelijkheid wil dragen.
Handelingen I 2010/11, nr. 25, item 8, blz. 84
Minister Rosenthal:
Ik moet nog even een punt ophelderen. Ik heb in mijn eerste termijn gezegd dat de Kamer nog een reactie van de regering op het WRR-rapport "Aan het buitenland gehecht" kan verwachten. Er is echter al een reactie op gekomen. Daar werd ook aan gerefereerd, aan die reactie van vier pagina's. Ik houd even open of er nog een uitgebreidere reactie van de regering komt of dat ik in goed Nederlands moet zeggen "that is it". Ik wil geen zaken voorspiegelen die in de boezem van de ministerraad c.q. de regering net even wat anders liggen. Ik wil dat nog nader onderzoeken. Dat neemt niet weg, zo zeg ik ook tegen de heer Kuiper, dat de problematiek van de Europese Unie en internationale organisaties aan de ene kant en de natiestaat aan de andere kant prangend is en dat die ook niet weg is. Die zal ongetwijfeld in velerlei vormen en gedaanten terugkomen, ook in de Eerste Kamer.
De heer Kuiper (ChristenUnie):
Ik vraag de minister om, als hij daarover een besluit heeft genomen, dat ons schriftelijk te laten weten zodat wij daarop kunnen reageren.
Minister Rosenthal:
Akkoord.
Brondocumenten
-
voortzetting Algemene Europese beschouwingen Handelingen EK 2010/2011, nr. 25/8, blz: 68-87
-
Voortzetting Algemene Europese Beschouwingen Handelingen EK 2010/2011, nr. 25/6, blz:42-57
-
3 oktober 2013
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
op 8 oktober 2013 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) wat betreft de stand van zaken ten aanzien van de toezegging 'Toezending conceptversie richtlijn' (T01237)
EK, A
-
-
9 april 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
3 april 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin (BZK/AZ) op 9 april 2013
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) op 2 juli 2013
EK, G
-
-
14 september 2012
nieuwe deadline: 1 januari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De commissie besluit deze toezegging opnieuw als openstaand te beschouwen, wegens het ontbreken van een argumentatie voor het niet sturen van een nadere kabinetsreactie.documenten:-
-brief van de secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken over (deels) openstaande toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 25 september 2012 voor zover van toepassing op toezegging T01237
EK, AH
-
-
25 januari 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De commissie besluit toezegging als T01306 openstaand te beschouwen, omdat volstaan wordt met de mededeling dat er geen nadere kabinetsreactie komt, zonder dat de Kamer wordt ingelicht over de redenen daarvoor.documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
Wat betreft toezegging T01237 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 31 januari 2012
Voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties op 7 februari 2012
EK, G
-
-
19 april 2011
nieuwe status: openstaand -
19 april 2011
toezegging gedaan