Instemming in Eerste Kamer met voorwaardelijke veroordeling



De verbeterde omschrijving van de bijzondere voorwaarden bij de voorwaardelijke veroordeling en voorwaardelijke invrijheidsstelling kan rekenen op instemming van de Eerste Kamer. Dit werd dinsdag 8 november duidelijk tijdens een plenaire debat over dit wetsvoorstel (32.319). Ook zal de Eerste Kamer akkoord gaan met de mogelijkheid voor strafrechters om bij een veroordeling voor een strafbaar feit een gebiedsverbod, contactverbod of meldingsplicht als (straf)maatregel op te leggen (32.551). Met dit wetsvoorstel wil de regering verhinderen dat een veroordeelde opnieuw een strafbaar feit kan plegen dat de leefomgeving van burgers aantast of slachtoffers en getuigen lastig valt. De stemming over beide wetsvoorstellen vindt plaats op 15 november.

Namens de VVD vroeg het Eerste Kamerlid Broekers-Knol aan de staatssecretaris om zo nodig extra middelen en menskracht beschikbaar te stellen voor politie, justitie en rechterlijke macht. Die zijn volgens haar fractie gewenst zodra de nieuwe wijze van ten uitvoerlegging van straffen succesvol blijkt en de werkdruk daardoor toeneemt. De VVD-senator vroeg of er bij reclassering en politie wel voldoende capaciteit aanwezig is om het vereiste toezicht te houden. Staatssecretaris Teeven zegde toe dat de beide regelingen worden geëvalueerd, maar liet in het midden of dit over drie of vijf jaar zal gebeuren.

Schadevergoeding

PvdA-woordvoerder Beuving zei tijdens het debat dat haar fractie enthousiast is over het voorstel over de voorwaardelijke veroordeling en voorwaardelijke invrijheidsstelling, omdat deze maatregelen zijn gericht op gedragsverandering bij delinquenten en maatwerk mogelijk maken. Wel vroeg de PvdA-senator of er ook ruimte is voor schadevergoeding als een veroordeelde voor wie de speciale behandeling al in gang is gezet alsnog in hoger beroep wordt vrijgesproken. Ook een versnelde uitspraak in hoger beroep over ingevoerde maatregelen zou volgens de PvdA mogelijk moeten zijn. In beide gevallen kwam staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie met toezeggingen zoveel mogelijk aan de verlangens van de PvdA-fractie tegemoet.

Senator Reynaers (PVV) juichte de twee wetsvoorstellen toe. "Straffen is maatwerk. Beide wetsvoorstellen getuigen ervan dat deze regering heeft begrepen wat dat betekent", zei senator Reynaers. Bijzonder verheugd is de PVV over het gebieds- en contactverbod. "De loyaliteit van de PVV ligt bij de slachtoffers en in het verlengde daarvan bij de samenleving", aldus senator Reynaers.

Namens de fracties van D66 en de Partij voor de Dieren stelde senator Engels de vraag in hoeverre het wetsvoorstel over de voorwaardelijke veroordeling zich verhoudt tot het onschuldbeginsel uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Volgens de staatssecretaris zijn de voorgestelde regelingen echter EVRM-proof. Over het wetsvoorstel inzake het rechterlijke gebieds- of contactverbod en de meldingsplicht zei D66-senator Engels dat de cumulatie van vrijheidsbeperkende maatregelen, zowel op grond van strafrechtelijke bevoegdheden ter bescherming van de rechtsorde als op grond van bestuursrechtelijke bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde, problemen oproept van samenloop en afstemming.

Onschuldpresumptie

Ook het Kamerlid Holdijk wees namens de fracties van SGP en CU op de kwetsbaarheid van de voorlopige ten uitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf. De Raad van State was op dit punt eveneens zeer kritisch, memoreerde senator Holdijk. De voorlopige tenuitvoerlegging van een niet ten uitvoer gelegde vrijheidsstraf bij schending van de algemene voorwaarde zou zich bovendien niet verdragen met de onschuldpresumptie, zoals neergelegd in artikel 6, tweede lid van het EVRM-verdrag. "De vraag is hoe kwetsbaar de constructie is die het kabinet heeft gekozen. Al moeten we niet alle discussies op dit punt willen over doen", zo stelde senator Holdijk. Het opleggen van een contact- of gebiedsverbod moet volgens hem strikt zijn gekoppeld aan een strafwaardig feit. "Heel helder moet de koppeling zijn tussen de veroordeling wegens het strafwaardige feit en de oplegging van de maatregel", aldus Holdijk.

Grondwet

Senator Quik-Schuijt van de SP-fractie was verontwaardigd over de naar haar zeggen 'ongelijke behandeling' van illegale vreemdelingen. Volgens het wetsvoorstel komt een vreemdeling die geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft niet in aanmerking voor vervroegde voorwaardelijke invrijheidsstelling. Naar opvatting van de SP handelt Nederland in dit geval in strijd met de grondwet en het EVRM. Ook woordvoerder Strik van GroenLinks sneed deze relatie aan. Volgens senator Strik geldt deze uitzondering alleen voor vreemdelingen die ook daadwerkelijk uitzetbaar zijn. "Voor in elk geval Unieburgers, Turkse burgers en langdurig ingezetenen geldt dat hen het verblijfsrecht pas kan worden ontzegd als er sprake is van een actuele en ernstige bedreiging van de openbare orde", zo betoogde senator Strik.

De woordvoerders van SP en D66 gaven te kennen dat hun fracties zich zullen beraden over hun definitieve oordeel over de wetsvoorstellen.



Deel dit item: