Dit wetsvoorstel wijzigt de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten ter verhoging van de griffierechten voor civiele zaken en voor bestuurszaken. Griffierecht is het deel van de kosten die burgers betalen als zij een procedure voeren bij de rechtbank, het gerechtshof of de Hoge Raad.

Met dit voorstel wordt de rechtspraak niet meer grotendeels uit de algemene middelen bekostigd, maar wordt de rechtspraak betaald door degenen die er gebruik van maken. Personen met lage inkomens krijgen compensatie.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Ingetrokken
Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Plenair
Afkondiging

De minister van Veiligheid en Justitie heeft dit wetsvoorstel bij brief van 23 januari 2013 ingetrokken (TK 33.071, nr. 11).


Kerngegevens

ingediend

28 oktober 2011

titel

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en enige andere wetten in verband met de verhoging van griffierechten

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Veiligheid en Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.


Hoofdlijnen

De rekenregels zijn de volgende:

  • 1. 
    er is een minimumtarief van € 125;
  • 2. 
    onvermogenden, minvermogenden en burgers met een middenin-komen worden gecompenseerd en betalen respectievelijk 25, 50 en 75% van het standaardtarief, met een minimum van € 125;
  • 3. 
    het standaardtarief voor familiezaken bedraagt € 500;
  • 4. 
    de grenzen van het financieel belang in handelszaken in kantonza-ken bedragen € 500, € 5000 en € 12500;
  • 5. 
    grenzen van het financieel belang in handelszaken voor een andere kamer dan kanton van de rechtbank bedragen € 25.000 (de ondergrens van de rechtbankcompetentie), € 100.000, € 350.000, € 1 miljoen, € 5 miljoen, en € 50 miljoen;
  • 6. 
    in bestuursrecht geldt een laag tarief van € 250 voor beroepen tegen besluiten als omschreven in de Regeling verlaagd griffierecht (bijv. sociale zekerheidszaken, huurtoeslag, belastingzaken, etc.) en een tarief van € 400 voor beroepen tegen andere besluiten;
  • 7. 
    het tarief in hoger beroep en cassatie bedraagt 250% van het tarief in de eerste aanleg;
  • 8. 
    de bijzondere categorieën griffierechten voor akten en verklaringen worden gestroomlijnd tot eenvoudige, rekenkundig samenhangende typen;
  • 9. 
    de uitzonderingen op het griffierecht van de huidige Wgbz en Awb blijven gehandhaafd, bijvoorbeeld voor jeugdzaken (ondertoezicht-stellingen en aanverwante jeugdbeschermingsmaatregelen), bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, eigen aanvrage van faillissement en van schuldsanering en zaken over asiel en vreemdelingenbewaring;
  • 10. 
    het bestuursorgaan betaalt na afloop van de procedure griffierecht als het in het ongelijk is gesteld door de bestuursrechter.

Documenten

14