De Minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Quik-Schuijt (SP) en het lid Schrijver (PvdA), toe om een folder te doen ontwerpen teneinde informatie te verstrekken aan derden die voor de beslissing staan of zij wel of niet meewerken aan een DNA-verwantschaponderzoek. Deze folder zal er aan bijdragen dat derden goed op de hoogte zijn van de consequenties van het afstaan van celmateriaal.
Nummer | T01439 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 15 november 2011 |
Deadline | 1 juli 2013 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Veiligheid en Justitie |
Kamerleden | mr. A.C. Quik-Schuijt (SP) Prof.mr. N.J. Schrijver (PvdA) |
Commissie | commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) |
Soort activiteit | Schriftelijk overleg |
Categorie | overig |
Onderwerpen | DNA-verwantschapsonderzoek folder informed consent |
Kamerstukken | DNA-verwantschapsonderzoek in het strafrecht (32.168) |
Kamerstukken I 2010/11, 32168, B, p. 3
PvdA-fractie:
"De leden van de PvdA-fractie sluiten zich ook bij onderstaande vragen van de SP-fractie aan en hebben nog aanvullende vraag ten aanzien van «informed consent». Het element van vrijwilligheid behoeft grote nadruk, te meer daar «vrijwilligheid» onder druk van grote maatschappelijke onrust eventueel afgedwongen kan worden, zo menen deze leden. Wat is de visie van de regering daarop? Welke waarborgen is de regering voornemens toe te passen om het vereiste van vrijwilligheid daadwerkelijk te handhaven? De leden van de SP-fractie sluiten zich bij deze vraag aan."
Kamerstukken I 2010/11, 32168, B, p. 4
SP-fractie:
"Informed consent is een duidelijke eis van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en geldt ook ten aanzien van DNA-verwantschapsonderzoek, in die zin dat men voorafgaand aan de beslissing al dan niet mee te werken, geïnformeerd moet worden, ook over de mogelijkheid te weigeren. Noch in de memorie van toelichting noch tijdens de parlementaire behandeling tot nu toe, is duidelijk geworden hoe de regering dit gaat aanpakken. Algemene voorlichting is naar de mening van deze leden onvoldoende. Ook mondelinge voorlichting in een concreet geval is naar de ervaring van de genoemde leden lang niet altijd voldoende: mensen moeten de mogelijkheid hebben hetgeen gezegd is nog eens na te lezen en met anderen te bespreken. Het betreft immers een zeer beladen beslissing. Emoties verhinderen vaak dat betrokkenen in staat zijn alle aspecten van hetgeen ze verteld is, goed tot zich door te laten dringen. Hoe denkt de regering dit te gaan organiseren? Komt er een folder? Graag de visie van de regering op dit aspect."
Kamerstukken I 2011/12, 32168, C, p. 8
Minister Opstelten:
"Met de leden van de PvdA-fractie onderschrijf ik dat de derde in alle vrijheid moet kunnen afwegen of hij wel of niet wil meewerken aan een DNA-verwantschapsonderzoek. Van belang is dat voorkomen wordt dat de derde door grote maatschappelijke druk zich gedwongen voelt om mee te werken en om die reden zijn toestemming verleent. Een dergelijke toestemming is ook niet in het belang van de strafzaak, want een toestemming is niet rechtsgeldig als de derde onder druk van de omstandigheden waarin hij verkeerde, zijn toestemming aan het DNA-onderzoek heeft verleend en zijn celmateriaal heeft afgestaan. Om te waarborgen dat de derde zoveel mogelijk voorafgaand aan het verlenen van zijn toestemming de daaraan verbonden voor- en nadelen kan afwegen, voorziet het hiervoor aangehaalde voorgehangen ontwerpbesluit erin dat de derde op de consequenties van zijn medewerking gewezen wordt. Deze verplichting geldt nu ook al in geval een derde gevraagd wordt mee te doen aan een klassiek DNA-onderzoek. Mocht de derde naderhand om welke reden dan ook willen terugkomen op zijn beslissing, dan kan hij zijn toestemming intrekken. De grondslag voor het bepalen van zijn DNA-profiel en het vergelijken van dat profiel met bijvoorbeeld het DNA-profiel van het gevonden sporenmateriaal vervalt daarmee. Zoals ik in reactie op een vraag van de leden van de VVD-fractie heb aangegeven, regelt het voorgehangen ontwerpbesluit dat zijn celmateriaal en DNA-profiel terstond na het intrekken van zijn toestemming worden vernietigd. Uiteraard kan de intrekking van zijn toestemming geen consequenties hebben voor het DNA-verwantschapsonderzoek dat al vóór de intrekking met behulp van zijn DNA-profiel is verricht. Dat onderzoek is immers rechtmatig gedaan."
Kamerstukken I 2011/12, 32168, C, p. 12
Minister Opstelten:
"Vanwege de ingewikkeldheid van de onderhavige materie sta ik niettemin positief tegen het voorstel van deze leden om een folder met informatie voor derden te ontwerpen opdat zij op ieder moment dat zij daaraan behoefte hebben, een soort van naslagwerk hebben. Die folder kan ook voor de officier van justitie en de rechter-commissaris een nuttig hulpmiddel zijn om een derde weloverwogen te laten besluiten mee te werken aan een DNA-verwantschapsonderzoek."
Handelingen I 2011/12, nr. 7 - blz. 71
Mevrouw Quik-Schuijt (SP):
"(...) Ik dank de minister ook nog – ik wil het hier zeggen voor de geschiedschrijving – voor de toezegging dat er een folder zal komen over het informed consent. Ik denk dat het goed is om het thuis in alle rust nog eens te kunnen nalezen."
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling nr. 7/11, blz: 62-72
-
memorie van antwoord EK, C
-
-
26 november 2013
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
10 januari 2013
nieuwe deadline: 1 juli 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Ambtelijk is gevraagd om toezending van de folder.documenten: -
15 november 2011
toezegging gedaan