Wijziging van de Wet op de medische keuringen

Dit wetsvoorstel strekt ertoe de Wet op de medische keuringen (Wmk) op een vijftal onderdelen aan te passen. De Wmk is op 1 januari 1998 in werking getreden en heeft tot doel ongewenste risicoselectie tegen te gaan door de rechtspositie van de keurling te versterken.

Uit het rapport inzake de tweede evaluatie van de Wmk blijkt dat het nog regelmatig voorkomt dat werkgevers tijdens het sollicitatiegesprek vragen stellen over gezondheid en ziekteverzuim, terwijl de Wmk dergelijke lekenkeuringen verbiedt. Door de aanpassing van de redactie van de bepaling moet het voor werkgevers en sollicitanten duidelijker zijn dat er door werkgevers tijdens de sollicitatiefase geen vragen gesteld mogen worden over gezondheid en ziekte, en dus ook niet over het ziekteverzuim.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.

Het voorstel (TK 33.050, nr.2) is op 1 maart 2012 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 maart 2012 als hamerstuk afgedaan.

ingediend

14 oktober 2011

titel

Wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen bij de Sociaal-Economische Raad en enige andere wijzigingen

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip

De Wet op de medische keuringen (Wmk) wordt op de volgende vijf onderdelen aangepast:

• - 

  de Sociaal-Economische Raad (SER) krijgt de mogelijkheid om een centrale rol bij de instelling van de klachtencommissie aanstellingskeuringen te spelen;
• - 

  het verbod op het stellen van gezondheidsvragen, inclusief het vragen naar het ziekteverzuim wordt verduidelijkt;
• - 

  de derde voorgestelde wijziging is technisch van aard en ziet op de aanpassing van de vragengrens bij levensverzekeringen. De vragengrens voor levensverzekeringen zal worden verhoogd naar € 250 000;
• - 

  de bepalingen over het bij algemene maatregel van bestuur stellen van nadere regels wordt anders vorm gegeven en
• - 

  tot slot wordt voorgesteld de evaluatiebepaling te laten vervallen.