Dit wetsvoorstel vereenvoudigt de verplichte nazorg bij de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel). De verplichte nazorg draagt bij aan het terugdringen van recidive en daarmee aan het doel van het kabinet om Nederland veiliger te maken. De regeling van verplichte nazorg na een pij-maatregel is bij wetsvoorstel 31.915 in de wet gekomen. Het overgangsrecht bij deze wet maakt tijdige reparatie van de lacunes mogelijk voordat de eerste jeugdige aan wie een pij-maatregel werd opgelegd, met verplichte nazorg in aanraking komt.

Met dit voorstel komen de verplichte rechterlijke procedures te vervallen als de nazorg goed verloopt en de jeugdige zich gedraagt naar de aanwijzingen van de reclassering. Jongeren kunnen tijdens de periode van voorwaardelijke beëindiging maximaal twee keer worden teruggeplaatst de zogenaamdetime-out, om de jongere te stimuleren aan de voorwaarde te blijven voldoen. Ook worden een aantal wijziging in de regeling van het jeugdstraf(proces)recht en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) aangebracht.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.008, B) is op 15 maart 2012 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 april 2012 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

19 september 2011

titel

Partiële wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.


Documenten

14