T01525

Toezegging Voortgang overleg met de sector over maatschappelijke beleggingen (33.003 / 33.004 / 33.005 / 33.006 / 33.007)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van de leden Sent (PvdA), Essers (CDA) en Van Boxtel (D66), toe de Kamer te informeren over de voortgang van het overleg met de sector en andere betrokkenen over maatschappelijk beleggen.


Kerngegevens

Nummer T01525
Status voldaan
Datum toezegging 13 december 2011
Deadline 1 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Mr. R.H.L.M. van Boxtel (D66)
Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Prof.dr. E.M. Sent (PvdA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen groene beleggingen
heffingskorting
Kamerstukken Wet uitwerking autobrief (33.007)
Geefwet (33.006)
Wet toepassing dwangsomregeling toeslagen (33.005)
Overige fiscale maatregelen 2012 (33.004)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 8 – blz. 53

Staatssecretaris Weekers:

Door mevrouw Sent, de heer Essers en de heer Van Boxtel is gevraagd of ik toch bereid ben om na te denken over een alternatief, omdat dit vorig jaar in dit huis ook een thema is geweest. Jazeker, ik ben bereid om daarover na te denken. Dat heb ik in de afgelopen tijd ook al gedaan. Ik heb alleen nog geen definitief alternatief. We zijn wel een eind op streek. Ik heb een- en andermaal herhaald dat ik onder voorwaarden bereid ben om naar alternatieven te kijken. Die voorwaarden zijn dat de budgettaire besparing wordt gegarandeerd en dat er geen closed shop ontstaat, waarbij alleen de instellingen die zich nu met dit soort fondsen bezighouden, met elkaar de markt verdelen en er geen plaats is voor nieuwkomers. Ik wil dus niet dat de mededinging in gevaar komt. Ik neem aan dat deze uitgangspunten breed gesteund worden in deze Kamer. Verder heb ik aangegeven dat de vereenvoudiging die in het regeerakkoord is overeengekomen, ook alternatief moet worden ingevuld. De fiscale agenda 2012 is door het kabinet aanvaard en mij is herhaaldelijk door de Tweede en Eerste Kamer gevraagd of ik het systeem kan vereenvoudigen omdat er zo veel grondslagversmallende factoren en uitzonderingen op de hoofdregel zijn. Het is niet de bedoeling dat de vereenvoudiging die wij hebben aangebracht, wordt teruggedraaid zonder dat wij een alternatief binnen handbereik hebben. Ik neem aan dat vereenvoudiging ook voor deze Kamer prioriteit heeft.

Er is overleg gaande met de sector en binnen het kabinet. Ik ben niet pas sinds anderhalve week in overleg, maar al veel langer. Wij hebben het afgelopen jaar een aantal keren met de NVB, LTO Nederland en Bouwend Nederland gesproken. De gesprekken lopen nog. Vorige week heb ik nog met LTO Nederland gesproken. Ik heb ook met aanbieders van groenfondsen vanuit de NVB gesproken. Ik heb mij altijd zeer constructief opgesteld om

tot een alternatief te komen. Vooralsnog is er geen alternatieve vereenvoudiging gevonden die kan rekenen op breed draagvlak, maar ik voel dat de zaak in beweging is. Wij hebben gesproken over een mogelijke vereenvoudiging. Die kan bijvoorbeeld gevonden worden in de sfeer van de EIA, de MIA en de Vamil, drie regelingen die elkaar sterk overlappen. Je zou daar één nieuwe, goede, toegespitste regeling van kunnen maken. Zeer recent is

in een green deal met de minister van EL&I afgesproken dat naar deze fiscale regelingen gekeken gaat worden. Ik zie mogelijkheden om in overleg met de collega's in het kabinet en met de sectoren die hiervan gebruik maken, te komen tot een reële vereenvoudiging. Dat zou betekenen dat wij groen beleggen overeind kunnen houden, vermits de drie ondertekenaars van het regeer- en gedoogakkoord hiermee akkoord gaan. Ik denk dat ik hier wel steun voor zal krijgen als ik een samenhangend en goed verhaal heb dat voldoet aan de voorwaarden.

Ik voel er niet voor om bepaalde bestaande regelingen in één vat te gieten en daar een nieuw etiket op te plakken, terwijl dit dezelfde uitvoeringslast met zich mee zou brengen. Daar schieten wij niets mee op. Het moet dus een reële vereenvoudiging zijn. Afgelopen vrijdag heb ik nog telefonisch overleg gevoerd met de voorzitter van LTO Nederland. Ook bij de NVB weet men dat ik hier constructief in sta, mits er iets wordt geleverd. Iedereen zal wat water bij de wijn moeten doen. Als dat kan, zie ik het liever vandaag dan morgen gebeuren, want hoe langer er onduidelijkheid blijft bestaan, hoe sneller de animo afneemt om te participeren in dit soort fondsen.


Brondocumenten


Historie