E120025
  ruit icoon
Laatste revisie: 27-01-2017

E120025 - Voorstel voor een richtlijn voor collectief rechtenbeheer en multi-territoriale muzieklicentieverlening voor online toepassingen in de interne markt



Auteursrechtenorganisaties fungeren als bemiddelaars tussen rechthebbenden in de creatieve industrie (muziek, boeken, films) en onlinedienstverleners die hun werk willen gebruiken. Met de voorgestelde richtlijn wil de Europese Commissie de werkwijzen van de meer dan 250 auteursrechtenorganisaties in de EU harmoniseren.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.

nationaal

De Europese Commissie heeft op 27 juni 2013 gereageerd op vragen van de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) van 30 oktober 2012. De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) nam de reactie van de Europese Commissie op 9 juli 2013 voor kennisgeving aan.

Europees

Het Europees Parlement stemde op 4 februari 2014 plenair in met de richtlijn. De richtlijn werd vervolgens op 20 februari 2014 aangenomen tijdens de Raad voor Concurrentievermogen. 


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2012)372PDF-document, d.d. 11 juli 2012

rechtsgrondslag

Artikelen 50(2G), 53 en 62 van het Verdrag betreffende de Werking van de EU

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen


Implementatie

Richtlijn 2014/26/EUPDF-document werd gepubliceerd in Pb EU L84 van 20 maart 2014. Lidstaten dienen uiterlijk 10 april 2016 aan deze richtlijn te voldoen.

Implementatie heeft plaatsgevonden via wetsvoorstel implementatie richtlijn 2014/26/EU collectief beheer, zie 34.243

Bron: Kwartaaloverzicht omzetting EG-Richtlijnen, stand per  1 januari 2017 .


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) nam op 9 juli 2013 de reactie van de Europese Commissie van 27 juni 2013 voor kennisgeving aan.

Op 2 juli 2013 besloot de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) de reactie van de Europese Commissie van 27 juni 2013 te bespreken op 9 juli 2013 .

De Europese Commissie heeft op 27 juni 2013 gereageerd op vragen van de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) van 30 oktober 2012.

De commissie V&J besloot op 27 november 2012 de brief van de staatssecretaris van V&J van 20 november 2012 over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer voor kennisgeving. 

De staatssecretaris van V&J heeft op 20 november 2012 gereageerd op brief van 30 oktober 2012 met vragen van leden van de fracties van de VVD en D66 aan de regering over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer. De staatssecretaris gaat in zijn brief onder meer in op de relatie tussen het richtlijnvoorstel en wetsvoorstel 31.766

De commissie Veiligheid en Justitie (V&J) besloot op 6 november 2012 om de inbrengvergadering voor het nader voorlopig verslag over het wetsvoorstel collectieve beheersorganisaties (31.766) aan te houden in afwachting van het antwoord van de regering op vragen over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer. 

Op 30 oktober 2012 stelde de commissie V&J brieven vast aan de regering en aan de Europese Commissie (EC) over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer. Diezelfde dag zijn beide brieven verstuurd. De leden van de fractie van de VVD stellen vragen aan de regering over onder meer de governancestructuur van collectieve beheersorganisaties (cbo's). Aan de Europese Commissie stellen deze leden onder meer de vraag welke maatregelen de EC wil nemen om  te stimuleren dat de uitwisseling van gedetailleerde geld- en informatiestromen zo efficiënt mogelijk plaats gaat vinden. De leden van de D66-fractie hebben vragen aan de regering over de uitwerking van de richtlijn. 

De commissie Veiligheid en Justitie (V&J) besloot op 23 oktober 2012 om op 6 november 2012  inbreng te leveren voor het nader voorlopig verslag over het wetsvoorstel collectieve beheersorganisaties (31.766). De brief van de minister van V&J van 17 oktober 2012 wordt hierbij betrokken.

De minister van V&J heeft op 17 oktober 2012 gereageerd op de brief van 25 september 2012. Hij geeft onder meer aan dat het richtlijnvoorstel voorziet in minimumharmonisatie. In het wetsvoorstel staan verdergaande maatregelen.

Op 25 september 2012 heeft de commissie V&J de minister van V&J gevraagd naar de overlap en verschillen tussen wetsvoorstel 31.766 en dit richtlijnvoorstel. 

De commissie voor Veiligheid en Justitie heeft op 11 september 2012 besloten om op 23 oktober 2012  inbreng te leveren voor schriftelijk overleg over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer. Daarnaast besloot de commissie bij bespreking van de nadere procedure van het wetsvoorstel toezicht op collectieve beheersorganisaties (zie wetsvoorstel 31.766) schriftelijk te informeren naar de verschillen in aanpak tussen het wetsvoorstel en de ontwerprichtlijn voor collectief rechtenbeheer. 

Naar verwachting bespreekt de commissie voor Veiligheid en Justitie op 11 september 2012 de procedure van behandeling van het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer. De commissie heeft dit voorstel als prioritair dossier geselecteerd uit het Werkprogramma van de Europese Commissie 2012. 


Behandeling Tweede Kamer

Tijdens de procedurevergadering van 10 oktober 2012 besloot de commissie V&J om het richtlijnvoorstel collectief beheer van auteursrechten te agenderen voor een algemeen overleg (AO) auteursrechten. Dit AO vond plaats op 22 november 2012. 

De Tweede Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie heeft dit voorstel ook als prioritair dossier geselecteerd uit het Werkprogramma van de Europese Commissie 2012. De auteursrechtwoordvoerders beslissen na installatie van de nieuwe Kamerleden over de behandeling van dit Europese dossier in de Tweede Kamer.


Standpunt Nederlandse regering

Uit het BNC-fiche van 21 september 2012 blijkt dat het kabinet het richtlijnvoorstel verwelkomt, maar nog veel vragen heeft bij de uitwerking. Voorop staat dat een Europees kader voor governance en transparantie het functioneren van cbo's kan verbeteren. Een minimumregeling op Europees niveau kan ervoor zorgen dat het functioneren van cbo's in andere lidstaten verbetert, waardoor de positie van Nederlandse rechthebbenden bij grensoverschrijdende royaltybetalingen beter wordt beschermd. Er zal duidelijkheid moeten komen over de wijze waarop de regels voor transparantie en governance worden gehandhaafd in lidstaten waar geen overheidstoezicht bestaat. Nederland zet op dit punt in op aanscherping van de richtlijn.

De richtlijn legt een basis voor een goede omgang met gebruikers. Het voorstel lijkt echter voornamelijk gericht te zijn op de positie van de rechthebbenden en besteedt relatief weinig aandacht aan die van de gebruikers. Dit is voor Nederland een belangrijk aandachtspunt in de onderhandelingen over het richtlijnvoorstel.

Het richtlijnvoorstel vertoont overlap met het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel dat het toezicht op cbo's versterkt (EK 31.766 A). Voor het kabinet is uitgangspunt dat de richtlijn moet voorzien in minimumharmonisatie. Het richtlijnvoorstel moet wat Nederland betreft de nodige flexibiliteit bieden om op nationaal niveau aanvullende regelingen te treffen, bijvoorbeeld om gebruikers te beschermen. De richtlijn moet aansluiten bij voortzetting van het beleid dat zich richt op één factuur voor ondernemingen en aan de instelling van één loket voor de incasso van vergoedingen door cbo's in de offline omgeving. Ook hecht het kabinet veel waarde aan het in het wetsvoorstel toezicht cbo's opgenomen verbod op risicovolle beleggingen, de normering van salarissen van bestuurders en het preventieve toezicht op tariefstijgingen. Op deze punten zet Nederland in op een niveau van regelgeving dat aansluit bij de Nederlandse wetgeving voor cbo´s.

Nederland zal bij de Commissie vragen om een nadere uitleg op een aantal punten. Ook is er een internetconsultatie georganiseerd waarin Nederlandse belanghebbenden gelegenheid krijgen om aan te geven hoe zij tegen deze punten aankijken.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie liet op 30 augustus 2012 per brief weten dat het oordeel van de regering ten aanzien van dit voorstel helaas niet binnen de gestelde termijn van zes weken beschikbaar zal zijn. 


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Auteursrechtenorganisaties fungeren als bemiddelaars tussen rechthebbenden in de creatieve industrie (muziek, boeken, films) en onlinedienstverleners die hun werk willen gebruiken. Met de voorgestelde richtlijn wil de Europese Commissie de werkwijzen van de meer dan 250 auteursrechtenorganisaties in de EU harmoniseren. Dit is nodig, zo stelt de Commissie, gezien deze organisaties zich te langzaam en op te veel verschillende manieren zouden aanpassen aan de nieuwe digitale werkelijkheid en daardoor economische groei in deze sector tegenhouden.

De Commissie wil met de voorgestelde richtlijn:

  • Auteursrechtenorganisaties aanzetten tot transparantere en efficiëntere werkwijzen, inclusief verbeterd financieel management;
  • De verlening van multi-territoriale muzieklicenties (80 procent van het werk van de auteursrechtenorganisaties) harmoniseren en bevorderen.

Volgens de Commissie dient hiertoe aangezet te worden door het instellen van Europese normen waaraan alle auteursrechtenorganisaties die multi-territoriale licentieverlening aanbieden, moeten voldoen. Door middel van nieuwe wettelijke verplichtingen dienen auteursrechtenorganisaties zich onder andere te gaan houden aan aangescherpte rapportageverplichtingen. Rechthebbenden krijgen rechtstreekse inspraak in het beheer van hun rechten, kunnen rekenen op snellere uitbetaling en krijgen de mogelijkheid zelf de voor hun doeleinden meest efficiënte auteursrechtenorganisatie te kiezen. Volgens de Commissie zal de richtlijn tevens leiden tot een groter grensoverschrijdend aanbod van muziekdiensten voor de Europese consument.

De voorgestelde richtlijn maakt deel uit van een bredere strategie van de Commissie om barrières in de digitale markt op te heffen en een interne markt te creëren voor intellectueel eigendom, zoals onder meer verwoord in de strategie van de Commissie inzake intellectueel eigendom (COM(2011)287) en in de mededeling over de "Digitale agenda voor Europa" (zie dossier E100018).   


Behandeling Raad

De richtlijn werd aangenomen tijdens de Raad voor Concurrentievermogen op 20 februari 2014.

Tijdens de Raad voor Concurrentievermogen op 29 mei 2013 is een voortgangsrapport van het Iers Voorzitterschap besproken met de laatste stand van zaken in de onderhandelingen over het voorstel.

Op 10 oktober 2012 heeft het voorzitterschap een verslag gepubliceerd over de voortgang van de implementatie van conclusies van de Europese Raad. Hieruit blijkt dat is begonnen met de technische besprekingen in de Raad over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer. 

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement stemde op 4 februari 2014 plenair in met het voorstel. Het voorstel dient nu nog officieel te worden aangenomen door de Raad.

De commissie voor Juridische Zaken (JURI) stemde op 9 juli 2013 unaniem in (22 stemmen voor) met het ontwerpverslag.

Op 30 april 2013 presenteerde de rapporteur van de commissie voor Juridische Zaken (JURI) het ontwerpverslag over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer. De deadline voor het indienen van amendementen was 4 juni 2013. Naast de 122 amendementen bij het ontwerpverslag zijn er nog 418 amendementen ingediend.

Het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer is in behandeling bij de commissie Juridische Zaken van het Europees Parlement (EP). Op 6 november 2012 heeft er in deze commissie een gedachtewisseling plaatsgevonden over het voorstel. De rapporteur is Marielle Gallo (Europese Volkspartij (Christen-Democraten)). Een van de schaduwrapporteurs is Toine Manders (VVD en in het EP lid van de fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa). 

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

Op 26 oktober 2012 heeft het parlement van Luxemburg een gemotiveerd advies aan de Europese Commissie verstuurd. 

De Franse Sénat heeft op 26 oktober 2012 een reasoned opinion aangenomen over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer.  

Op 24 oktober 2012 heeft de Zweedse Riksdag de reasoned opinion  die was voorgelegd door de commissie voor Industrie en Handel overgenomen. 

De commissie voor Europese Zaken van de Spaanse Cortes Generales heeft op 8 oktober 2012 een reasoned opinion aangenomen over het richtlijnvoorstel collectief rechtenbeheer met betrekking tot naleving van het subsidiariteitsprincipe. Volgens de commissie wordt het subsidiariteitsprincipe als zodanig niet geschonden, maar zouden er wijzigingen in de tekst moeten worden aangebracht om de richtlijn te beperken tot het bieden van doelstellingen en beginselen. Lidstaten moeten de marge hebben om de richtlijn volgens hun juridische en culturele traditie te implementeren. 

Op 4 oktober 2012 heeft de commissie voor Europese Zaken van de Franse senaat een ontwerp reasoned opinion aangenomen. Het richtlijnvoorstel voldoet volgens deze commissie niet aan het subsidiariteitsprincipe. Dit is voorgelegd aan de vaste commissie betrokken bij dit onderwerp die vervolgens kan besluiten de reasoned opinion namens de senaat aan te nemen. 

De commissie voor Europese Zaken van de Poolse Sejm heeft op 26 september 2012 een reasoned opinion aangenomen. De reasoned opinion is op 12 oktober 2012 aangenomen door de plenaire vergadering.  

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen