T01636

Toezegging Opname aanpassing van de hypotheekrenteaftrek, de invoering van de verhuurdersbelasting en de maatregel inzake woon-werkverkeer in drie afzonderlijke wetsvoorstellen (33.287)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van de leden Bröcker (VVD), Essers (CDA), toe in het najaar van 2012 de aanpassing van de hypotheekrenteaftrek, de invoering van de verhuurdersbelasting en de maatregel inzake woon-werkverkeer in drie afzonderlijke wetsvoorstellen te zullen opnemen. Die wetsvoorstellen zullen wel als één pakket in procedure worden gebracht, zowel bij de Raad van State als bij de Tweede en Eerste Kamer, maar het zijn dan wel aparte wetsvoorstellen in een totaalpakket.


Kerngegevens

Nummer T01636
Status voldaan
Datum toezegging 9 juli 2012
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Mr. W.L.J. Bröcker (VVD)
Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen belastingplannen
verzamelwetten
Kamerstukken Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 (33.287)


Uit de stukken

Handelingen I 2011-2012, nr. 37 – blz. 5-6

De heer Essers (CDA):

Om te beginnen de inhoudelijke samenhang van het wetsvoorstel. Het eerste belastingplan dat ik in deze Kamer heb mogen behandelen, was het Belastingplan 2004. Tot mijn verbazing maakte de aanpassing van de vennootschapsbelasting naar aanleiding van het Bosalarrest van het Europese Hof van Justitie deel uit van dat belastingplan. Voor mij is dit altijd een schrikbeeld gebleven van de ongewenste koppeling van verschillende ongelijksoortige onderdelen in één wetsvoorstel. Nu zien we dat de aanpassing van de aftrek deelnemingsrente evenmin is opgenomen in een afzonderlijk wetsvoorstel. In de memorie van antwoord toetst het kabinet de drie criteria uit de Notitie Verzamelwetgeving op basis waarvan een inhoudelijke verzamelwet is toegestaan. Die criteria zijn als volgt: de verschillende onderdelen moeten samenhang hebben; ze dienen niet van een zodanige omvang en complexiteit te zijn dat zij een afzonderlijk wetsvoorstel rechtvaardigen; op voorhand mag niet de verwachting bestaan dat een van de onderdelen dermate politiek omstreden is dat een goede parlementaire behandeling van andere onderdelen in het geding komt.

[...]

Ons voornaamste bezwaar is dat het opnemen van dit onderdeel in het Lenteakkoord, samen met andere ongelijksoortige maatregelen, de Eerste Kamer belemmert in het optimaal uitvoeren van haar grondwettelijke taak. Gelet op het ontbreken van het recht van amendement, wordt de Eerste Kamer met dit pakket weer eens voor het blok gezet; take it of leave it. Het opnemen in een verzamelwet van verschillende onderdelen kan ik me voorstellen voor niet-principiële tariefswijzigingen, maar niet voor een principiële wijziging in de renteaftrek als de onderhavige, die belangrijke gevolgen kan hebben voor de Nederlandse fiscale concurrentiepositie. Deze Kamer dient daarover separaat te kunnen beslissen. Graag een reactie van de staatssecretaris op dit punt.

Handelingen I 2011-2012, nr. 37 – blz. 21-22

De heer Bröcker (VVD):

Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2012 heb ik aandacht gevraagd voor verzamelwetgeving, een onderwerp dat hier vanavond al regelmatig aan de orde is geweest. Daarin is opnieuw een aantal maatregelen samengevoegd, waarbij de inhoudelijke en budgettaire samenhang niet bepaald overtuigend is. De staatssecretaris rechtvaardigt de inhoudelijke en budgettaire samenhang met het argument dat deze maatregelen onderdeel zijn van het Begrotingsakkoord 2013. Tegelijkertijd moeten we echter ook constateren dat niet alle elementen van dat akkoord hier vandaag voor ons liggen. Sterker nog, er zijn ook elementen, de maatregelen met betrekking tot de eigen woning en het woon-werkverkeer uit het akkoord, die in zekere mate inhoudelijk en waarschijnlijk ook budgettair samenhangen met de structurele verlaging van de overdrachtsbelasting, die we hier vandaag wel behandelen. Mijn fractie heeft er begrip voor dat er valide redenen zijn om een aantal onderdelen van het begrotingsakkoord vandaag hier niet te behandelen.

Mijn fractie heeft er echter wel grote problemen mee dat de aftrekbeperking deelnemingsrente in deze verzamelwet is terechtgekomen. Over de aanpassing van de aftrek deelnemingsrente in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de zogenaamde Bosalreparatie, wordt al heel lang gesproken en vele varianten zijn de laatste jaren overwogen. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2012 in deze Kamer, afgelopen december, heeft de staatssecretaris aangegeven dat hij ernaar streefde om deze Bosalreparatie voor de zomer van 2013 in een wetsvoorstel aan te bieden aan het parlement. Daarenboven is een overweging van mijn fractie dat de beoogde datum van inwerkingtreding van deze complexe maatregelen niet tot een spoedbehandeling net voor het reces noopt. Met de Raad van State heeft deze Kamer met regelmaat dit aspect van het fiscale wetgevingsproces besproken en bekritiseerd.

Herhaaldelijk heeft deze Kamer ook verzocht om een betere spreiding van fiscale wetgeving en het beperken van verzamelwetgeving. Ik weet niet of het helemaal de verdienste van de staatssecretaris is, maar het kabinet heeft gewerkt aan een betere spreiding van belastingmaatregelen. Dat blijkt ook wel uit het feit dat we vandaag eigenlijk al een deel van het Belastingplan 2013 behandelen. Toch wil ik nog wel een reactie van de staatssecretaris horen op de opmerkingen die ik heb gemaakt over verzamelwetgeving. En om een beetje ter zake te komen, vraag ik de staatssecretaris ook of hij kan toezeggen dat de maatregelen met betrekking tot de eigen woning en het woon-werkverkeer dit najaar wel in een afzonderlijk wetsvoorstel worden aangeboden.

Handelingen I 2011-2012, nr. 37 – blz. 52

Staatssecretaris Weekers:

[...]

In vergelijking met andere maatregelen is het budgettaire belang van de aanpassing van de deelnemingsrente beperkt en in zoverre springt de maatregel er niet uit ten opzichte van andere maatregelen in het wetsvoorstel. Maar mede gelet op de betogen van de heren Essers, Bröcker en anderen in dit huis zal ik in het najaar de aanpassing van de hypotheekrenteaftrek, de invoering van de verhuurdersbelasting en de maatregel inzake woon-werkverkeer in drie afzonderlijke wetsvoorstellen opnemen. Die wetsvoorstellen zullen wel als één pakket in procedure worden gebracht, zowel bij de Raad van State als bij de Tweede en Eerste Kamer, maar het zijn dan wel aparte wetsvoorstellen in een totaalpakket. Daarmee is de specifieke vraag van de heer Bröcker hierover beantwoord.

[...]

Handelingen I 2011-2012, nr. 37 – blz. 69

De heer Essers (CDA):

Ik begin met het aspect van de koppeling. Dat heeft iets van een rituele dans. Ik ben blij met de toezegging van de staatssecretaris dat in het najaar enkele belangrijke gedeelten van het Lenteakkoord in afzonderlijke wetsvoorstellen worden gepresenteerd. Daarmee ben ik het helemaal eens. Wij zien het echter toch met enige regelmaat terugkomen dat de Kamer zegt te worden belemmerd in haar grondwettelijke taak. De regering heeft vervolgens al dan niet goede argumenten om het toch als één pakket aan te bieden. Daarover hebben we iedere keer discussie. Mijn constatering is dat als het wetsvoorstel eenmaal in deze Kamer ligt, er weinig meer aan te doen valt, behalve over en weer argumenten uitwisselen. Ik stel dan ook voor dat als een wetsvoorstel in de Tweede Kamer ligt en de commissie voor Financiën of een individuele partij moeite heeft met de koppeling van een aantal ongelijksoortige onderdelen, wij op tijd een signaal afgeven aan de regering en de Tweede Kamer dat wij het een niet-aanvaardbare koppeling vinden. Daarmee geven we de Tweede Kamer en de regering de kans om het wetsvoorstel te ontkoppelen. Dat lijkt me de enige praktische mogelijkheid om een punt dat al heel veel jaren speelt en waarover vele moties zijn ingediend, echt operationeel te maken.

Handelingen I 2011-2012, nr. 37 – blz. 73

Staatssecretaris Weekers:

[…]

De heer Essers heeft gezegd dat de discussie over de koppeling van diverse fiscale maatregelen een rituele dans lijkt. Ik begrijp de zorgen van de Eerste Kamer. Ik heb vorig jaar bewust een aantal wetsvoorstellen gesplitst. Ik noem in dit verband het dossier van de autobelastingen. Voor het zomerreces heb ik de Kamer nog een brief gestuurd waarin ik aangaf op welke wijze ik dat zou regelen. Uiteindelijk heb ik ervoor gezorgd dat er bij het totale pakket van het Belastingplan vijf verschillende wetsvoorstellen waren. Ik heb dit nu ook aangekondigd voor het najaar inzake het hypotheekrentedossier, de kosten voor het woon-werkverkeer en de verhuurdersheffing. Dat telt voor mij al snel op tot vijf verschillende fiscale wetsvoorstellen. Ik ben het met de heer Bröcker eens dat wij de slinger niet helemaal naar de andere kant moeten laten doorslaan waarbij voor elke fiscale maatregel een apart wetsvoorstel wordt ingediend.

Ik begrijp de heer Essers als volgt. Mochten er zaken in een totaalpakket zitten waarvan de commissie Financiën van de Eerste Kamer zegt dat daardoor de acceptatie van het wetsvoorstel buitengewoon groot gevaar loopt, dan moet er tijdig een signaal aan de overkant van het Binnenhof worden gegeven om na te gaan op welke wijze daarmee kan worden omgesprongen.

Als een wetsvoorstel eenmaal in procedure is gebracht, is het niet zo simpel om dit vervolgens te splitsen. Datgene wat je afsplitst, ben je immers kwijt. Dit zal dan helemaal opnieuw in procedure moeten worden gebracht. Misschien moet er dus ook met de Tweede Kamer worden gesproken over de vraag of het Reglement van Orde kan worden aangepast om meer flexibiliteit hierin aan te brengen. Die discussie wil ik nu echter niet verder voeren. Ik houd het even bij de toezegging die ik zojuist heb gedaan. 


Brondocumenten


Historie

  • 12 juli 2016
    nieuwe status: voldaan
  • 9 juli 2012
    toezegging gedaan