Doelstelling van dit wetsvoorstel is de modernisering van de organisatie van de publieke omroep en een grotere doelmatigheid van het bestaande stelsel van de publieke omroep.
Door bundeling van omroepverenigingen, betere samenwerking in het belang van de programmering als geheel en een daarbij passende budgetsystematiek, wordt de landelijke publieke omroep in staat gesteld om met minder geld efficiënt en slagvaardig te opereren.
Beoogd is dat de maatregelen effect krijgen met ingang van de nieuwe erkenningsperiode per 1 januari 2016.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.541, A) is op 2 juli 2013 aangenomen door de Tweede Kamer. CDA, ChristenUnie, VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 november 2013 zonder stemming aangenomen. PVV en SP is daarbij aantekening verleend. De tijdens het plenaire debat ingediende motie-Kuiper (ChristenUnie) c.s. over het budget voor levensbeschouwelijke programma's (EK 33.541, E) is op 12 november 2013 aangehouden. Deze motie is vervallen op 25 september 2018 op basis van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer.
ingediend
14 februari 2013titel
Wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van de landelijke publieke omroep te moderniserenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
-
-Binnen de publieke omroepverenigingen wordt ingezet op een fusieproces, waarbij drie nieuwe fusieomroepen ontstaan en drie omroepverenigingen zelfstandig blijven. De huidige omroepverenigingen met een voorlopige erkenning (WNL en PowNed) zullen zich, indien zij voldoen aan de criteria om definitief te worden erkend, aan moeten sluiten bij een bestaande omroepvereniging. In het wetsvoorstel wordt dit fusieproces wettelijk verplicht gesteld. In dit verband zullen voortaan niet meer dan zes omroeporganisaties voor erkenning in aanmerking kunnen komen.
-
-In het fusieproces kunnen de verenigingen ervoor kiezen om volledig te fuseren en dus te komen tot een nieuwe omroepvereniging, maar ook om als aparte verenigingen samen te werken in een samenwerkingsomroep. In dit laatste geval blijven de verenigingen naast elkaar bestaan, met eigen leden en een eigen Raad van Toezicht, maar worden de programmatische activiteiten geïntegreerd in één organisatie, die een vereniging maar ook een stichting kan zijn. Deze samenwerkingsorganisatie wordt dan erkenningshouder.
-
-De NPS en Stichting Educom worden samengevoegd tot de Stichting NTR.
-
-De zogenoemde genootschappen zullen voortaan niet meer zelf media-aanbod verzorgen. Dit wordt voortaan verplicht uitbesteed aan een publieke omroeporganisatie of aan NTR. Omroeporganisaties met een voorlopige erkenning worden verplicht de verzorging van hun media-aanbod uit te besteden aan NTR.
58
-
-
-
17 december 2013
brief inzake borging levensbeschouwelijke programmering 2016-2020 EK, F
voor kennisgeving aangenomen op 14 januari 2014 -
-
-
-
-
5 november 2013
voortzetting behandeling (zonder stemming aangenomen ) Handelingen EK 2013/2014, nr. 6, item 11, blz. 68-77 -
-
5 november 2013
Motie-Kuiper (ChristenUnie) c.s. over het budget voor levensbeschouwelijke programma's EK, E -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
26 juni 2013
Motie van het lid Bosma over het veranderen van de naam "Nederland 1" in "PvdA1" TK, 29 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-