T01659

Toezegging Rechtsbescherming centraal stellen in evaluatie relativiteitsvereiste (art. 8:69a Awb), alsmede evalueren artikel 6:22 Awb (32.450)



De Minister van Veiligheid & Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden De Boer en Lokin-Sassen, toe in de reeds toegezegde evaluatie van het relativiteitsvereiste (art. 8:69a Awb) de rechtsbescherming centraal te stellen en ook artikel 6:22 Awb te evalueren. 


Kerngegevens

Nummer T01659
Status voldaan
Datum toezegging 11 december 2012
Deadline 1 januari 2018
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden Mr.drs. M.M. de Boer (GroenLinks)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen evaluaties
rechtsbescherming
relativiteitsvereiste
Kamerstukken Wet aanpassing bestuursprocesrecht (32.450)


Uit de stukken

Handelingen I 2012/13, nr. 11 - blz. 44

Mevrouw De Boer (GroenLinks): Volgens de GroenLinksfractie is er geen enkele reden om in het bestuursrecht verdere barrières op te werpen tegen burgers en belangenorganisaties die hun verantwoordelijkheid willen nemen voor belangen die het strikte privébelang overstijgen. Integendeel, er is alle reden om, vooruitlopend op een werkelijke herbezinning, eens grondig te bezien hoe het nu eigenlijk is gesteld met de rechtsbescherming van de burger in en door het bestuursrecht en het bestuursprocesrecht. Is de minister bereid om daarnaar een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten?

Handelingen I 2012/13, nr. 11 - blz. 62

Minister Opstelten: Vanuit de rechtspraak is bij mij al diverse malen het signaal doorgekomen dat men daar ook dringend op deze verbetering zit te wachten. Dit wetsvoorstel is niet schadelijk voor de rechtsbescherming van de burger. Ik zie dus geen noodzaak om, zoals mevrouw De Boer vroeg, nu nog een grondig onderzoek te gaan doen naar de rechtsbescherming van de burger in het bestuursrecht. Bovendien wijs ik erop dat in alle evaluaties van de Awb tot nu toe uiteraard de rechtsbescherming van de burger centraal staat. Dat zal, zo kan ik tegen mevrouw De Boer zeggen, ook weer gebeuren bij de evaluatie die ik al heb toegezegd over het relativiteitsvereiste, die over drie jaar is voorzien. De regeringscommissaris zal nader ingaan op vragen en opmerkingen over het relativiteitsvereiste, het passeren van gebreken, de vergoeding aan de Raad voor Rechtsbijstand, de judiciële lus, de enkelvoudige kamer en een aantal punten, die naar zijn mening nog van belang zijn. Ik ben hem daar ook bij voorbaat zeer erkentelijk voor.

Handelingen I 2012/13, nr. 12 - blz. 129

Minister Opstelten: We hebben gezegd dat de evaluatie van het relativiteitsvereiste in 2015 zal plaatsvinden. Ik bied mevrouw Lokin aan dat we dat ook voor artikel 6:22 doen, als ik haar daarmee kan helpen.


Brondocumenten


Historie