T01730

Toezegging Quickscan meldingsplicht bodemzaken (33.402 / 33.403 / 33.405 / 33.407)



De staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag/opmerking van het lid Bröcker (VVD), toe een quickscan te laten maken van de eerste bevindingen van de nieuwe meldingsplicht ter zake van het bodem(voor)recht en deze aan de Eerste Kamer te zenden, zodra deze bekend zijn.


Kerngegevens

Nummer T01730
Status voldaan
Datum toezegging 18 december 2012
Deadline 1 januari 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Mr. W.L.J. Bröcker (VVD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen bodemrecht
bodemvoorrecht
bodemzaken
meldingsplicht
quickscan
Kamerstukken Wet verhuurderheffing (33.407)
Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33.405)
Overige fiscale maatregelen 2013 (33.403)
Belastingplan 2013 (33.402)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 18 – blz. 100

De heer Bröcker (VVD):

Ik herken deze problematiek en de rechten van de fiscus daarin. Maar over het algemeen worden pandrechten toch uitgeoefend met een faillissement in zicht? Er is toch ook een alternatief voor de pandhouder om de goederen fysiek uit de omgeving van de gefailleerde te halen? Verder heb ik begrepen dat deze verhuurconstructie al gedurende langere tijd plaatsvindt. In het kader van de economische crisis zal het zich misschien vaker voordoen, maar is dit een nieuw fenomeen? En zo ja, wat vindt hij ervan dat het alternatief voor een pandhouder is om de goederen uit de fabriekshal te verwijderen?

Staatssecretaris Weekers:

De stille pandhouder heeft natuurlijk altijd het recht om van een stil pand een vuistpand te maken. Ik wil een einde maken aan de ratrace tussen sommige financiers en de fiscus. Want zou ik dat moeten doen op basis van de bestaande wetgeving en de bestaande voorrechten van de fiscus – ik heb dat laten uitzoeken – dan zou ik in de sfeer van de invordering zo'n 500 mensen extra nodig hebben. Dat zijn dan belastingdeurwaarders die, zodra de aanslagtermijnen zijn verstreken, langsgaan bij een bedrijf. Dat is uitermate bewerkelijk voor de dienst. 500 formatieplaatsen is toch een kleine 40 miljoen extra die ik zou moeten investeren om de opbrengst van 100 miljoen, waarop de fiscus recht heeft, veilig te stellen. Dan zou ik het kunnen doen met de bestaande wetgeving.

Dat zou als neveneffect hebben dat je heel wat bonafide ondernemers treft die iets te laat zijn met betalen, maar die helemaal niet het vooruitzicht van een bankroet hebben. Dat zie ik eerlijk gezegd ook niet zitten. Het mooie van de gekozen oplossing vind ik zelf dat er niets meer en niets minder dan een meldingsplicht wordt geïntroduceerd. Wanneer een financier gebruik wil maken van zijn wettelijk recht om het bezitsloze pand tot vuistpand te maken, moet hij dat melden bij de fiscus. De ontvanger zal zich vervolgens bij de financier melden en bij de ondernemer. Ik ben ervan overtuigd dat, wanneer de problematiek via deze weg tijdig op tafel komt, de levensvatbaarheid van een onderneming daar veel meer mee gediend is dan wanneer alleen maar de bank aan de touwtjes trekt. Ik ben daar echt van overtuigd. Ik wil de Kamer graag toezeggen dat ik op enig moment een quickscan laat maken van de eerste bevindingen. Wat mij betreft, werkt dit per saldo gunstig uit voor schatkist en bedrijfsleven.


Brondocumenten


Historie