Met deze notitie komt de Regering tegemoet aan de op 5 december 2000 met algemene stemmen door de Eerste Kamer aangenomen motie Van der Linden c.s.. In deze motie verzocht de Kamer de Regering haar visie uiteen te zetten over de positie van de Europese Unie (EU), Raad van Europa (RvE), West-Europese Unie (WEU) en Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), in het licht van wenselijke samenwerking en eventueel ongewenste overlapping in het werk van de internationale organisaties die zich bezighouden met Europese samenwerking en met de bevordering van Europese waarden als democratie, rechtsstaat en rechten van de mens.
Tevens bevat de notitie de visie van de Regering ten aanzien van de vraag welke rol deze organisaties zouden moeten vervullen, welke rol zij zien voor de parlementaire assemblees en welke vormen van samenwerking mogelijk zijn om overlapping, verspilling van middelen en menselijke inzet te voorkomen en daardoor de Europese samenwerking te bevorderen.
Het thema van de notitie was onderdeel van de thematische behandeling van de Begroting Buitenlandse Zaken 2002 (28.000 V) op 19 februari 2002. De notitie zelf is op die dag door de Eerste Kamer voor kennisgeving aangenomen.
begonnen
20 maart 2001titel
Notitie samenwerking tussen EU, RvE en OVSE op het gebied van mensenrechten, rechtsstaat en democratieschriftelijke voorbereiding
ondertekening
3
-
12 december 2001
brief minister van Buitenlandse Zaken over het gecoördineerd beleid van Nederland nr. 173 -
-
20 maart 2001
brief minister van Buitenlandse Zaken over relatie tussen OVSE, EU en Raad van Europa nr. 244