Op 28 juni 2013 is een ministeriële regeling ex artikel 20, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid (Wpg) vastgesteld. Deze is op 2 juli 2013 in de Staatscourant geplaatst en op 3 juli 2013 in werking getreden. In deze regeling is het Middle East respiratory syndrome coronavirus (MERS-CoV) aangemerkt als behorende tot groep A van de Wpg en zijn alle bepalingen van de Wpg die gelden voor infectieziekten behorende tot groep A van toepassing verklaard op de bestrijding van dit virus. Volgens artikel 20, vierde lid, van de Wet publieke gezondheid wordt binnen acht weken na het tot stand komen van een ministeriële regeling ex artikel 20, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid een voorstel van wet ter incorporatie van die ministeriële regeling aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden. Dat gebeurt bij dezen.
Door het aanmerken van de infectieziekte MERS-CoV als behorende tot groep A ontstaat daarmee de wettelijke meldingsplicht betreffende deze infectieziekte. Daarnaast zijn hiermee alle bestrijdingsbevoegdheden uit de Wpg geactiveerd. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is met het aanmerken van deze infectieziekte als behorende tot groep A, verantwoordelijk geworden voor de leiding van de bestrijding van deze ziekte.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK 33.711, nr. 2) op 23 januari 2014 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 februari 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
27 augustus 2013titel
Wijziging van de Wet publieke gezondheid tot incorporatie van de Regeling Middle East respiratory syndrome coronavirus (MERS-CoV)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst